5. PRINTERCONFIGURATIE
5.3.2 Instellen van de positie van de tussenruimtesensor
De positie van de tussenruimtesensor kan worden afgesteld bij gebruik van label papier, wit papier,
voorgesneden papier of geperforeerd papier (met rechthoekig gat), ga hiervoor als volgt te werk:
• Open het hoofddeksel.
• Verdraai de sensorregelaar om de tussenruimtesensor horizontaal te verstellen tot twee
driehoekige markeringen op de sensorkap zijn uitgelijnd.
• Minimale tussenruimte afmetingen tussen labels zijn: 3,0 mm voor batch-modus en 6,0 mm voor
snijmodus.
Sensorregelaar
Positie tussenruimtesensor
Driehoekige markeringen zijn
in het midden uitgelijnd
N5-6
NEDERLANDSE VERSIE
5.3 Positie van de sensor instellen