[Settings] > [Picture]
[Picture Adjust]
[Brightness]
[Contrast]
[Sharpness]
[Brightness Stabilization]
[SUPER RESOLUTION+]
Stel de helderheid van het scherm in.
OPMERKING
•
Druk op de knop om te wisselen tussen [Turn on 'Brightness Stabilization']/[Turn off 'Brightness Stabilization'].
•
Als [Brightness Stabilization] [On] is, is de instelfunctie [Brightness] uitgeschakeld.
•
Wanneer [Brightness Stabilization] [On] staat, worden de functies [SMART ENERGY SAVING] en [DFC] uitgeschakeld.
•
Wanneer [Picture Mode] is ingesteld als [DICOM], of [Gamma] is ingesteld als instelling [DICOM Gamma Curve], is de aanpassingsfunctie [Brightness]
gedeactiveerd.
•
Als [Picture Mode] is ingesteld op [DICOM(Custom)], wordt de aanpassingsfunctie [Brightness] geactiveerd.
Hiermee wordt het kleurcontrast van het scherm aangepast.
Hiermee stelt u de scherpte van het scherm in.
Een functie voor het handhaven van een ingestelde helderheid die geschikt is voor behandelomgevingen.
[On]
Past automatisch de helderheid aan.
[Off]
Schakelt de betreffende functie uit waarna de gebruiker de helderheid kan instellen.
[High]
Hiermee optimaliseert u het scherm voor kristalheldere beelden.
[Middle]
Hiermee optimaliseert u het scherm voor kijkcomfort, met beelden in het midden tussen de lage en hoge modi.
[Low]
Hiermee optimaliseert u het scherm voor vloeiende en natuurlijke beelden.
[Off]
Voor weergave in de meest gebruikelijke instelling. Hiermee schakelt u [SUPER RESOLUTION+] uit.
OPMERKING
•
Omdat dit een functie is waarmee u de scherpte van afbeeldingen met lage resolutie kunt verhogen, wordt het niet aanbevolen om de functie voor normale tekst-
of bureabladpictogrammen te gebruiken. Als u dit wel doet, kan dit een onnodige scherpte tot gevolg hebben.
Beschrijving
29