Tekening 10
Tekening 11
Beginner modus
1. Gebruik UP of DOWN (Encoder) om het trainingsprogramma te selecteren, kies de
Beginnersmodus en druk op MODE / ENTER om binnen te komen.
2. Gebruik UP of DOWN (Encoder) om Beginnersprogramma 1~4 (Tekening 13) te selecteren en druk
op MODE / ENTER om in te stappen.
3. Gebruik UP of DOWN (Encoder) om TIME in te stellen.
4. Druk op de START/STOP-toets om de training te starten. Gebruik UP of DOWN (Encoder) om het
belastingsniveau aan te passen.
5. Druk op de START/STOP-toets om de training te pauzeren. Gebruik RESET om terug te keren naar
het hoofdmenu.
Gevorderde Modus
1. Gebruik UP of DOWN (Encoder) om het trainingsprogramma te selecteren, kies Advance mode en
druk op MODE / ENTER om binnen te komen.
2. Gebruik UP of DOWN (Encoder) om Advance program 1~4 (Tekening 14) te selecteren en druk op
MODE / ENTER om in te stappen.
3. Gebruik UP of DOWN (Encoder) om TIME in te stellen.
4. Druk op de START/STOP-toets om de training te starten. Gebruik UP of DOWN (Encoder) om het
belastingsniveau aan te passen.
5. Druk op de START/STOP-toets om de training te pauzeren. Gebruik RESET om terug te keren naar
het hoofdmenu.