• TEMPERATUUR
• GEAVANCEERD
o THERMOSTAAT
▪ CIRCULATIE
▪ HYSTERESIS
o STARTPOMP
o UITSCHAKEL-
SPANNING
o FAN
Om de "Ventilator" functie te activeren, moet de verwarming, nadat deze is
ingeschakeld, worden losgekoppeld en opnieuw worden aangesloten op de
stroomvoorziening.
Om deze optie te laten werken is een extra relaisset nodig. Neem contact op met
uw lokale dealer.
o EXTERNE START
o KOELINGSPUNT
▪ WACHTMODUS
▪ MET MOTOR
koelvloeistof aan. Het temperatuurbereik voor de hulpmodus is
75°C tot 95°C.
– stel de standaardtemperatuur voor koelvloeistof
verwarmingsmodus in. Het temperatuurbereik is 20°C tot 95°C.
– de geavanceerde instellingen van de voorverwarmer te wijzigen:
– de thermostaatfunctie in-/uitschakelen en configureren;
– Bij het verwarmen in de thermostaatstand zal de
koelvloeistofpomp altijd blijven circuleren, ook als de
verwarming is uitgeschakeld.
– de standaardwaarden voor temperatuurstijging en -daling
voor de thermostaatmodus wijzigen. MAX van 1°C tot 3°C,
MIN van 1°C tot 7°C.
– start de koelvloeistofpomp om het systeem na de installatie
te laten ontluchten. De pomp werkt terwijl het bericht
"Pump enabled" wordt weergegeven. Door op de
terugknop te drukken, wordt de pomp uitgeschakeld.
– Stel de spanning en de tijd in voor de bescherming van de
batterij (dezelfde als bij luchtverwarmers).
– instellen en in-/uitschakelen van de binnenventilator. Stel
de koelvloeistoftemperatuur in waarbij de binnenventilator
van het voertuig wordt geactiveerd. De temperatuur kan
worden ingesteld in woede a van 30°C tot 60°C. De
standaardwaarde is 40°C.
– externe start inschakelen/uitschakelen. Om deze functie te
laten werken moeten de grijze en zwarte draden van de
besturingseenheid
alarmsysteem
installatiehandleiding van de verwarming.
– de bedrijfsmodi van de koelvloeistofpomp in-/uitschakelen:
– Indien ingeschakeld, zal de koelvloeistofpomp blijven
werken
voorverwarmingsmodus de ingestelde temperatuur heeft
bereikt
en
uitgeschakeld, zal de koelvloeistofpomp van de verwarming
de circulatie stoppen wanneer de verwarming de
verwarming stopt.
– Indien ingeschakeld, start de koelvloeistofpomp bij het
starten van de motor van het voertuig. Deze optie verbetert
de circulatie van de koelvloeistof.
worden
aangesloten
van
het
nadat
de
verwarming
het
verwarmingsproces
in de
op
het
voertuig.
Zie
de
in
de
stopt.
Indien
15