Instellen van de Power-modus
Selecteer "Power mode" in het menu.
Stel het energieniveau in en bevestig.
Stel de werktijd in en bevestig.
Wanneer de modus actief is, wordt het betreffende symbool op het
hoofdscherm weergegeven.
Instellen van de modus Warmte + Ventilatie
Selecteer "Warmte + Ventilatie" in het menu.
Stel de temperatuur in en bevestig.
Stel de werktijd in en bevestig.
Wanneer de modus actief is, wordt het betreffende symbool op het
hoofdscherm weergegeven.
Instellen van de thermostaatfunctie
Selecteer "Thermostaatmodus" in het menu.
Stel de temperatuur in en bevestig.
Stel de werktijd in en bevestig.
Wanneer de modus actief is, wordt het betreffende symbool op het
hoofdscherm weergegeven.
De standaardwaarde voor MAX-temperatuurstijging is 2°C en de MIN-temperatuurdaling is
3°C. Deze instellingen kunnen worden gewijzigd in "Instellingen -> Verwarming ->
Geavanceerd -> Thermostaat".
11