NL
14
•
Configuration – sub-tab Security
Klik eerst op de knop Security ON/OFF om de wireless beveiliging in- of uit te
schakelen.
Bevestigingstype (Authentication Type) – Kies, afhankelijk van het type wireless
beveiliging in de rest van uw wireless netwerk, WEP of WPA-PSK.
Wired Equivalent Privacy (WEP) en WiFi Protected Access (WPA/WPA2)
zijn in de adapter geïmplementeerd om onbevoegde toegang tot uw wireless netwerk
tegen te gaan.
Key Type – Voor betere beveiliging van wireless dataverkeer kiest u codering met
het grootste aantal bits. De instelling 128 bits biedt meer beveiliging dan 64 bits.
BELANGRIJK: De instelling moet op alle clients binnen uw netwerk hetzelfde zijn.
Use Passphrase – Als Passphrase (wachtzin) is aangevinkt, worden er uit de string
met uw wachtzin beveiligingssleutels samengesteld voor WEP-codering.
Als de codering is ingesteld op 128 bits, wordt alleen sleutel 1 aangemaakt.
Als de codering is ingesteld op 64 bits, dan worden sleutels 1-4 aangemaakt.
Op alle andere stations in uw netwerk moet u dezelfde wachtzin en coderingssleutel
gebruiken.
Opmerking: Een wachtzin string kan bestaan uit max. 32 alfanumerieke tekens.
De WPA/WPA2 (WiFi Protected Access) in deze Wireless Notebook-adapter
maakt gebruik van een alfanumeriek wachtwoord van minimaal 8 en maximaal 63
tekens. Dit wachtwoord mag symbolen en spaties bevatten.
LET OP: U moet dezelfde codering gebruiken die u voor uw hele netwerk gebruikt.
Wijzigingen toepassen (Apply changes) – Klik op "Wijzigingen toepassen" om
de wijzigingen die u hebt aangebracht te activeren.
Key 1-4 – Als Key Type wordt ingesteld op Hex, dan hebt u bij de WEP-instelling
64 bits vier sleutels van elk 10 tekens en bij de WEP-instelling 128 bits vier sleutels
van elk 26 tekens.
(De hexadecimale tekens zijn 0 t/m 9 en A t/m F, bijvoorbeeld D7 0A 9C 7F E5.)
Default Key – Kies de sleutel-ID met de coderingsstring van uw voorkeur.
Als u een sleutel gebruikt die op basis van de wachtzin is aangemaakt, dan moet u op
elk wireless apparaat dezelfde wachtzin en sleutel gebruiken.
•
Verbindingsinformatie (Link information)
Het tabblad Verbindingsinformatie geeft informatie weer over de wireless
netwerknaam (SSID) waar een draadloze verbinding mee is: de signaalsterkte,
verbindingsgeschiedenis, huidige aansluitsnelheid, het kanaal en de naam-ID van het
Netwerk (MAC).
•
IP-informatie (IP information)
Het tabblad IP-informatie geeft informatie weer over de host-naam, het IP-adres,
het IP-netmasker en de Gateway.
Dit venster bevat ook knoppen voor het vrijgeven en vervangen van het IP-adres.
Deze functie is aanwezig om een computer weer in het netwerk op te nemen nadat
die tijdelijk is uitgevallen of op een andere locatie is gebruikt. Geef het IP-adres eerst
vrij en vernieuw het vervolgens. Computers in DHCP-netwerken herstellen vaak
(maar niet altijd) automatisch de verbroken netwerkverbinding.