Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maaiprocedures; Transportbediening - Toro 04380 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

MAAIPROCEDURES

1.
Benader de green met de functiebesturingshendel in de
MAAIEN-positie. Begin aan de rand van de green
zodat de zgn. "lintprocedure" voor het maaien gebruikt
kan worden. Hierdoor wordt het gras zo min mogelijk
belast en krijgt u een net, aantrekkelijk patroon op de
greens.
2.
Schakel de hendel voor maaien/neerlaten-maaien in als
de voorkanten van de grasmanden de buitenste rand
van de green passeren. Bij deze procedure worden de
maai-eenheden op het gazon neergelaten en worden de
messenkooien gestart.
N.B.: De nr. 1 maai-eenheid (achter) zal niet starten
voordat alle maai-eenheden op de grond zijn
neergelaten en de nr. 2 en nr. 3 maai-eenheden aan het
maaien zijn.
BELANGRIJK: Zorg dat u er aan gewend raakt
dat de nr. 1 maai-eenheid vertraagd is. Daarom
moet u oefenen in verband met timing, zodat er
minder afval achterblijft na het maaien.
3.
Bij het terugkomen moet u een minimale strook
overlappen. Om makkelijker een rechte lijn te kunnen
houden over de green en om de machine op gelijke
afstand te houden van de rand van de vorige baan moet
u een denkbeeldige richtlijn vormen op ongeveer 2 tot
3 meter voor de machine naar de rand van het nog
ongemaaide deel van de green. Sommigen vinden het
prettig om de buitenkant van het stuurwiel aan te
houden als deel van de richtlijn; d.w.z. de rand van het
stuurwiel wordt uitgelijnd met een punt dat altijd een
bepaalde afstand van de voorkant van de machine
verwijderd is.
1. Uitlijnstreep
2. Ongeveer 12 cm
3. Gemaaid gras links
4. Houd het richtpunt op 2–3 meter afstand van de machine
20
Afbeelding 14
4.
Als de voorkant van de manden de rand van de
green bereikt haalt u de hendel voor ophalen/
neerlaten-maaien naar achteren. Hierdoor zullen
de messenkooien stil gezet en opgehaald worden.
De timing van deze procedure is belangrijk zodat
de maaiers niet in de omringende zoom van de
green maaien. Er moet echter zoveel mogelijk van
de green gemaaid worden om zo min mogelijk
gras rond de buitenste rand te hoeven maaien.
5.
Om het maaien sneller te laten verlopen en om de
machine voor te bereiden op de volgende passage
kunt u machine heel even in de tegengestelde
richting sturen en daarna in de richting rijden van
het ongemaaide deel; m.a.w. indien u rechtsaf wilt
draaien, draait u eerst een klein beetje naar links
en draait u daarna naar rechts. Zodoende wordt de
machine sneller in positie gebracht voor de
volgende baan. Volg dezelfde procedure om om te
draaien in de tegengestelde richting. U kunt uzelf
het beste aanwennen zo kort mogelijk te draaien.
Bij warmer weer moet u echter ruimere bochten
maken om het gras zo weinig mogelijk te
beschadigen.
BELANGRIJK: De Greensmaster 3200 mag
nooit gestopt worden op een green als de maai-
eenheden nog werken, omdat het gras hierdoor
beschadigd kan raken. Door op een natte green
te stoppen kan de Greensmaster 3200 sporen
(o.a. van de wielen) achter laten.
6.
Beëindig het maaien met het maaien van de
buitenste rand. Zorg er voor dat u maait in
tegengestelde richting van de vorige keer. Houd
altijd rekening met het weer en de condities van
het gras, en zorg er voor dat er altijd gemaaid
wordt in tegengestelde richting ten opzichte van
de voorafgaande keer. Zet het vlaggetje weer op
zijn plaats terug.
7.
Verwijder al het gemaaide gras uit de grasmanden
voordat u naar de volgende green gaat. Zwaar nat
gemaaid gras belast de grasmanden teveel en zal
de machine onnodig te zwaar maken, waardoor de
druk op de motor, het hydraulisch systeem en de
remmen, enzovoorts verhoogd wordt.

TRANSPORTBEDIENING

Zorg er voor dat de maai-eenheden volledig opgehaald
zijn. Zet de functiebesturingshendel in de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Greensmaster 3200

Inhoudsopgave