Installatieprocedure
Stap 8 Uitvoeren van gaslektesten
Controleer de verbindingslas van elke koelmiddelleiding
met een lek detector R-410A, om potentiële gaslekken op de
binnenunit te identificeren.
Voor het trekken van het vacuüm en recirculeren van het
koelgas moet u het hele systeem onder druk zetten met
stikstof (met behulp van een cilinder met een drukregelaar) bij
een druk boven 4 MPa, om lekken van het koelmiddel op de
koelmiddelverbindingen onmiddellijk te kunnen detecteren.
Maak het vacuüm gedurende 15 minuten en zet het systeem
met stikstof onder druk.
Contactblok
Stap 9 Isoleren van de koelmiddelleidingen
Zodra u het systeem op lekken hebt gecontroleerd, kunt u de
leidingen en slang isoleren.
1 Om condensatie te voorkomen, plaats acrylonitril
butadieën rubber afzonderlijk rond elke koelmiddelleiding.
Geen
opening
OPMERKING
• Zorg er altijd voor de naad van de leidingen naar boven
wijzen.
2 Wind isolerende tape rond de leidingen en de afvoerslang
het voor het vermijden van het te veel samendrukken van
de isolatie.
Binnenunit
12
Nederlands
Gaskant
Vloeistofkant
NBR
Leidingisolatie
Isolatieleiding
Zorg ervoor dat u de
isolatie laat overlappen.
LET OP
• Zorg ervoor dat u de isolatie goed wikkelt zonder ruimte
tussen te laten.
3 Rol isolerend tape rond de andere leidingen die naar de
buitenunit leiden.
4 De leidingen en elektrische kabels die de binnenunit
met de buitenunit verbinden, moeten aan de muur met
geschikte kanalen worden bevestigd.
LET OP
• Zorg ervoor dat alle koelmiddelaansluitingen toegankelijk
zijn voor eenvoudig onderhoud en verwijdering.
• Installeer de isolatie zo dat deze niet breder wordt en
maak gebruik van tape op het verbindingsdeel om dat
voorkomen dat er vocht kan binnentreden.
• Wikkel de koelmiddelleiding met isolatietape wanneer
deze wordt blootgesteld aan zonlicht.
• Installeer de koelmiddelleiding zo dat de isolatie niet
dunner wordt bij het gebogen deel of de hanger van de
leiding.
• Voeg de extra isolatie toe als de isolatieplaat dunner
wordt.
Extra isolatie
a
a x 3
5 Selecteer de isolatie van de koelmiddelleiding.
• Isoleer de leiding van de gas kant en vloeibare
kant, wijzend op de dikte van de isolatie die moeten
verschillen afhankelijk van de buismaat.
• Standaard:Minder dan een binnentemperatuur van
30°C, met een luchtvochtigheid van 85%.Als de
installatie in een vochtige omgeving wordt geplaatst,
gebruik dan een graad dikkere isolatie volgens
onderstaande tabel.Gebruik een dikkere als de
installatie in een ongunstige omgeving komt te staan.
• De warmteweerstand temperatuur van de isolator
moet meer dan 120°C bedragen.
Hanger
Isolatie van koelmiddelleiding