Montage
17. Versterkingsfactor
De analoge ingangen A1 en A2 hebben standaard een bereik van 0 ~ +5Vdc.
Om ze extern te gebruiken verwijder je de jumperkapjes op SK2 en SK3.
De interne 5V spanningsbron mag enkel worden gebruikt voor testdoeleinden.
Een te lage analoge ingangspanning kan x1 / x4 / x15 worden versterkt. Bij een versterking van x4 monteert
u een weerstand van 3K3 voor R8 (ingangssignaal 1) en voor R9 (ingangssignaal 2). Voor een versterking
van x15 monteert u een weerstand van 820E.
Wordt de gain op bvb. x4 geplaatst, dan daalt de max. ingangsspanning omgekeerd evenredig tot 1,25V.
Wilt u een andere versterking van het ingangssignaal, dan kunt u die heel eenvoudig berekenen met de
volgende formule :
Gain A1 = 1 + (R10/R8)
Gain A2 = 1 + (R11/R9)
9