1. Veiligheidsvoorschriften Lees aandachtig de veiligheidsvoorschriften voor de installatie! Het incorrect installeren door het negeren van instructies kan serieuze schade of letsel tot gevolg hebben. De ernst van de waarschuwing wordt op 2 verschillende manieren geclassificeerd. Het niet in acht nemen van een WAARSCHUWING!, kan de dood tot gevolg hebben! WAARSCHUWING! Het apparaat dient volgens wet- en regelgeving te worden geïnstalleerd.
3. Benodigdheden Letop! De installatie moeten worden uitgevoerd volgens de regelgeving van de lokale en nationale standaarden. De installatie kan anders zijn in verschillende landen. BlueSolid® 5 / 28 Rev.03...
Voor de installatie: Alvorens je begint met het installeren van de wandunit, controleer op de doos van de wandunit en de buitenunit het modeltype, deze moet voor beiden gelijkt zijn Bijv: Wandunit: AGFXI12RP24 Buitenunit: AGFXO12RP24. Stap 1: Bepaald locatie wandunit Voordat je de wandunit gaat installeren moet je een geschikte locatie kiezen.
Pagina 7
Stap 2: bevestig de wandbeugel aan de muur Doormiddel van de wandbeugel bevestig je de wandunit aan de muur. 1. Verwijder de schroef die de wandbeugel bevestigt aan de achterkant van de wandunit. 2. Plaats de wandbeugel tegen de muur op een locatie die voldoet aan de voorwaarden. 3.
Pagina 9
Stap 4: Bereid de koelleiding voor De koelleiding zit in een geïsoleerde hoes die vast zit aan de achterkant van de wandunit. Je moet eerst de koelleiding voorbereiden voordat je deze door het gat in de muur steekt. Refereer naar hoofdstuk 6 Aansluiten Koelleiding voor gedetailleerde instructies over pijpflaren, flare benodigdheden, techniek, etc.
Pagina 10
Stap 5: Verbind de afvoerslang Standaard is de afvoer aangesloten aan linkerkant van de wandunit (als je naar de achterkant kijkt). Deze is ook rechts aan te sluiten. 1. Bevestig de afvoer aan dezelfde kant als waar de koelleidingen de unit uitgaan, om voor een goede afwatering te zorgen.
Pagina 11
LEES DEZE VOORSCHRIFTEN VOORDAT U ELEKTRISCH WERK UITVOERT 1. Alle bedrading moet voldoen aan de lokale en nationale elektrische voorschriften en moet worden geïnstalleerd door een erkende elektricien. 2. Alle elektrische aansluitingen moeten worden gemaakt volgens het schema voor elektrische aansluitingen op de panelen van de wand- en buitenunits.
Pagina 12
1. Bereid de kabel voor op aansluiting: a. Strip de rubberen mantel met draadstrippers van de signaalkabel tot ongeveer 40 mm van de draden binnenin. b. Strip de isolatie van de uiteinden van de draden. c. Gebruik een krimptang om aderhulzen van het U-type aan de uiteinden van de draden te zetten.
Pagina 13
Als u de leidingen van uit binnen naar buiten doet, doe dan het volgende: 1. Als u de koelleiding al door het gat in de muur bent gepasseerd, gaat u verder met stap 4. 2. Controleer anders dubbel of de uiteinden van de koelleidingen zijn afgedicht om te voorkomen dat vuil of vreemde materialen in de pijpen komen.
5. Installatie Buitenunit Installatie instructies – Buitenunit Stap 1: Selecteer installatielocatie Voordat u de buitenunit installeert, moet u een geschikte locatie kiezen. Hieronder volgen normen die u helpen bij het kiezen van een geschikte locatie voor het apparaat. Goede installatielocaties voldoen aan de volgende normen: ...
Pagina 15
Stap 3: Veranker buitenunit De buitenunit kan worden bevestigd aan een muurbeugel of op een zogenaamde “Big Foots” deze kunnen zowel op de grond als op een plat dak staan. MONTAGEAFMETINGEN VAN DE UNIT Het volgende is een lijst met verschillende maten buitenunits en de afstand tussen hun montagevoeten. Bereid de installatiebasis van het apparaat voor volgens de onderstaande afmetingen.
Pagina 16
7. Sluit het apparaat alleen aan op een afzonderlijke vertakt circuituitgang. Sluit geen ander apparaat op dat stopcontact aan. 8. Zorg ervoor dat u de airconditioner goed aardt. 9. Elke draad moet stevig zijn aangesloten. Losse bedrading kan ertoe leiden dat de terminal oververhit raakt, wat kan leiden tot productstoringen en mogelijk brand.
6. Aansluiten Koelleiding Opmerking over pijplengte De lengte van de koelleidingen heeft invloed op de prestaties en energie-efficiëntie van de unit. Nominale efficiëntie wordt getest op units met een buislengte van 5 meter. Een minimale leidinglengte van 3 meter is vereist om trillingen en overmatig geluid te minimaliseren.
Pagina 18
Ø 9.52mm (3/8”) 1.0mm 1.6mm Ø 12.7mm (1/2”) 1.0mm 1.8mm Ø 16mm (5/8”) 2.0mm 2.2mm Ø 19mm (3/4”) 2.0mm 2.4mm 6. Plaats het flaregereedschap op de klem. 7. Draai de hendel van het flaregereedschap met de klok mee totdat de buis volledig uitloopt. 8.
7. Koelleiding Vacuümtrekken Voorbereidingen en voorzorgsmaatregelen Lucht en vreemde stoffen in het koelmiddelcircuit kunnen abnormale drukstijgingen veroorzaken, die de airconditioner kunnen beschadigen, de efficiëntie kunnen verminderen en letsel kunnen veroorzaken. Gebruik een vacuümpomp en spruitstukmeter om het koelmiddelcircuit te vacuümmeren en niet-condenseerbaar gas en vocht uit het systeem te verwijderen.
Pagina 20
Sommige systemen vereisen extra bijvullen, afhankelijk van de leidinglengte. De standaard buislengte varieert volgens de lokale voorschriften. In Noord-Amerika is de standaard buislengte bijvoorbeeld 7,5m. In andere gebieden is de standaard buislengte 5m. Het koelmiddel moet worden bijgevuld via de servicepoort op de lagedrukklep van de buitenunit.
8. Elektrische en lekcontroles Elektrische veiligheidscontroles Controleer na installatie of alle elektrische bedrading is geïnstalleerd in overeenstemming met de lokale en nationale voorschriften en volgens de installatiehandleiding. VOOR DE TEST UITVOEREN Controleer aardingswerkzaamheden Aardingsweerstand meten door visuele detectie en met aardingsweerstandstester. Aardingsweerstand moet kleiner zijn dan 0,1 Omega.
9. Proefdraai Voor het proefdraaien Voer een testrun pas uit nadat u de volgende stappen hebt voltooid: • Elektrische veiligheidscontroles - Controleer of het elektrische systeem van het apparaat veilig is en goed werkt • Gaslekcontroles - Controleer alle flaremoer verbindingen en bevestig dat het systeem niet lekt •...
10. Europese richtlijnen voor verwijdering Dit apparaat bevat koelmiddel en andere potentieel gevaarlijke materialen. Bij het weggooien van dit apparaat vereist de wet een speciale inzameling en behandeling. Gooi dit product niet weg als huishoudelijk of ongesorteerd gemeentelijk afval. Wanneer u dit apparaat weggooit, heeft u de volgende opties: •...
11. Service informatie 1. Controles naar het gebied Voordat met de werkzaamheden aan systemen met ontvlambare koelmiddelen wordt begonnen, zijn veiligheidscontroles noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het risico van ontsteking tot een minimum wordt beperkt. Voor reparatie van het koelsysteem moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden genomen voordat werkzaamheden aan het systeem worden uitgevoerd.
Pagina 25
Reparatie en onderhoud van elektrische componenten omvat initiële veiligheidscontroles en inspectieprocedures voor componenten. Als er een storing bestaat die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er geen elektrische voeding op het circuit worden aangesloten totdat deze naar tevredenheid is afgehandeld. Als de fout niet onmiddellijk kan worden verholpen, maar het noodzakelijk is om door te gaan met de werking, moet een geschikte tijdelijke oplossing worden gebruikt.
Pagina 26
koelmiddel verwijderen; spoel het circuit met inert gas; evacueren; spoel opnieuw met inert gas; open het circuit door te snijden of hardsolderen. De koelmiddelvulling wordt teruggewonnen in de juiste terugwinningscilinders. Het systeem moet worden gespoeld met OFN om de eenheid veilig te maken. Dit proces moet mogelijk meerdere keren worden herhaald. Perslucht of zuurstof mag niet voor deze taak worden gebruikt.
Pagina 27
voor dat koelmiddel (d.w.z. speciale cilinders voor deterugwinning van koelmiddel). Cilinders moeten compleet zijn met overdrukventiel en bijbehorende afsluiters in goed werkende staat. Lege herstelcilinders worden geëvacueerd en, indien mogelijk, afgekoeld voordat herstel plaatsvindt. De terugwinningsapparatuur moet in goede staat verkeren met een reeks instructies betreffende de apparatuur die voorhanden is en moet geschikt zijn voor de terugwinning van brandbare koelmiddelen.