6.3
Het op- en afgaan van verhogingen en hellingen
Het kan voorkomen dat u met uw scootmobiel een verhoging op of af dient te gaan. Daarbij beschrijven we in deze
gebruikershandleiding eerst hoe u dit zelfstandig doet.
6.3.1
Het opgaan van een verhoging en/of helling
Als u een verhoging en/of helling op wilt gaan doet u dit in een voorwaartse beweging. Zorg ervoor dat u gecontroleerd
de verhoging en/of helling neemt. Dit betekent dat u niet in de langzaamste stand de verhoging en/of helling dient te
nemen, maar met een gemiddelde snelheid. Houd dus de scootmobiel rijdend als u een helling opgaat. Als u toch
tot stilstand komt op een helling, herstart en langzaam versnellen. Wanneer u stilstaat en herstart kan het zijn dat de
scootmobiel eerst een klein beetje achteruit rijdt, voordat deze weer in voorwaartse beweging komt.
De anti-tip wielen die altijd aan de scootmobiel bevestigd zitten, zorgen voor een stukje veiligheid wanneer u een
verhoging en/of helling op gaat. Daarnaast is het belangrijk om geen extra gewicht zoals tassen aan uw scootmobiel te
hangen. Hierdoor ligt het zwaartepunt op een andere plek dan waar het ontwerp van de scootmobiel op berekend is.
6.3.2
Het afgaan van een verhoging en/of helling
Als u een verhoging en/of helling af wilt gaan, dient u dit altijd voorwaarts te doen. Daarnaast dient u altijd de verhoging
en/of helling in een rechte lijn af te gaan. Om de controle over uw scootmobiel te houden, is het belangrijk dat u niet
te snel naar beneden gaat. De snelheid kunt u onder controle houden met behulp van de snelheidsknop, hoever u de
hendel naar u toe trekt, en eventueel ook gebruik van de schildpadknop.
Tip
Zorg er voor dat u de helling goed heeft geinspecteerd voor het op- en afgaan. Op die manier weet u wat u kunt
verwachten en kunt u de helling veilig op- of afgaan.
Waarschuwing
Rij nooit een verhoging en/of helling op/af als deze bedekt is met sneeuw, ijs, gemaaid of nat gras, bladeren of ander
mogelijk gevaarlijk materiaal.
Waarschuwing
Als uw scootmobiel tijdens het afdalen van een helling harder gaat rijden dan dat u veilig vindt, laat de gashendel
langzaam los. Door minder gas te geven zal de scootmobiel automatisch zakken naar een lagere snelheid. Dit zorgt
ervoor dat de scootmobiel af zal remmen. Wanneer u voelt dat u de scootmobiel weer onder controle heeft, houdt u de
bedieningshendel in deze stand.
16