6.
Gebruikersinstructies
Het is belangrijk dat u uzelf de juiste, veilige gebruikersinstructies aanleert. Daarvoor dient u alle in deze
gebruikershandleiding beschreven componenten van de scootmobiel te kennen. Raadpleeg altijd een deskundige voor
ondersteuning bij het ontwikkelen van de juiste, veilige methodes met betrekking tot uw fysieke mogelijkheden, om
gebruik te kunnen maken van de scootmobiel.
6.1
De balans
Dagelijkse handelingen zoals het in- en uitstappen, het reiken en het buigen in de scootmobiel zullen van invloed zijn op
de balans van de scootmobiel. Dit heeft te maken met de gewichtsverdeling en de verandering van het zwaartepunt.
Om te voorkomen dat u of de scootmobiel omvalt of dat er andere gevaarlijke situaties ontstaan, dient u de hieronder
beschreven handelingen op te volgen.
6.1.1
In- en uitstappen
Het in- en uitstappen van de scootmobiel is een veel voorkomende handeling. De moeilijkheden bij het in- en uitstappen
zijn onder andere afhankelijk van uw fysieke mogelijkheden. In deze gebruikershandleiding beschrijven wij de handelingen
die opgevolgd moeten worden, er vanuit gaande dat u zonder hulp in- en uit de scootmobiel kunt komen. Wanneer
u dit niet meer zelfstandig kunt, raden wij u aan om in overeenstemming met een ergotherapeut uw mogelijkheden te
bespreken en te bepalen hoe u het beste in- en uit kunt stappen.
Instappen
Voordat u in gaat stappen, moet u er voor zorgen dat de scootmobiel op een vlakke ondergrond staat. De scootmobiel
moet altijd uitgeschakeld en in de rijstand staan voordat u instapt. Want als de scootmobiel in de rijstand staat, is de
motorrem automatisch actief. Doordat het contact uitstaat, voorkomt u perongeluk rijden van de scooter. Controleer
dus ook altijd of de scootmobiel uit staat. Dit doet u door te kijken naar de LED-lampjes op het dashboard, en de positie
van de contactsleutel. De LED lampjes dienen niet te branden en de contactsleutel dient in uitgeschakelde (verticale)
positie te staan. Wanneer de scootmobiel uitstaat, voorkomt dit de kans dat u per ongeluk tegen de hendels aan komt,
waardoor de scootmobiel onbedoeld kan gaan rijden, waardoor ongelukken kunnen gebeuren. U dient ervoor te zorgen
dat de stuurkolom zo recht mogelijk en naar voren gericht staat. Als u wilt instappen heeft u een tweetal opties. U kunt
de stoel draaien (zie paragraaf 5.5) en dan instappen of een van de armleuningen omhoog klappen (zie paragraaf 5.3)
en dan instappen. Voordat u gaat rijden, dient u altijd de armleuningen weer naar beneden te klappen. Let er op dat u
uw voet ongeveer in het midden van het voetplateau zet wanneer u instapt in de scootmobiel. Mocht er eventueel een
gordel aanwezig zijn, dient u deze vast te maken voordat u gaat rijden. Om de ideale rijhouding aan te nemen, kunt u
de stuurkolom verstellen in de gewenste hoek (zie paragraaf 5.2). Plaats de sleutel in het contact en draai deze een
kwartslag naar rechts totdat deze in horizontale positie staat. De LED-lampjes op het dashboard zullen nu gaan branden
en u bent klaar voor vertrek.
Uitstappen
Bij het uitstappen dient u dezelfde instructies op te volgen als bij het instappen in omgekeerde volgorde. Let er op dat de
scootmobiel altijd uitstaat en de sleutel uit het contact is op het moment dat u uit gaat stappen. Zet de stuurkolom terug
in de meest rechte stand. U kunt nu de stoel draaien en uitstappen of de armleuning opklappen en uitstappen. Probeer
altijd zo dicht mogelijk uit te stappen bij de plaats van bestemming.
6.2
Buigen en/of reiken
Het kan voorkomen dat u in uw scootmobiel zit en iets moet pakken. Probeer altijd om met uw scootmobiel naast
hetgeen wat u wilt gaan pakken te gaan staan. Om te voorkomen dat u uit uw scootmobiel valt, wordt hieronder
beschreven hoe u het beste kunt buigen en/of reiken uit uw scootmobiel.
•
Zorg er voor dat u zo dicht mogelijk bij het object bent met uw scootmobiel. U kunt alleen objecten vanuit
de scootmobiel pakken als deze zich minimaal op heuphoogte en maximaal op hoofdhoogte bevinden, dus
bijvoorbeeld op een tafel of in een kastje;
•
Zorg er voor dat het stuur van uw scootmobiel recht vooruit gericht staat;
•
Schakel de scootmobiel uit, zodat u niet perongeluk kunt rijden doordat u misschien tegen de hendels komt;
•
Indien uw scootmobiel voorzien is van een zitgordel, houdt deze aan.
•
U kunt nu voorzichtig reiken en het object pakken wat zich naast uw scootmobiel bevindt.
15