• Alle apparatuur moet zo gemonteerd zijn dat u er bij het bedienen van het
voertuig geen hinder van ondervindt. Zorg ervoor dat u tijdens de montage van
de carkit geen schade toebrengt aan het rem- en stuursysteem en andere
systemen die essentieel zijn voor een goede werking van het voertuig. Zorg
ervoor dat de werking van de airbag op geen enkele manier wordt gehinderd.
• Rook niet terwijl u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in de buurt bent
van open vuur.
• RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antiblokkeersystemen, systemen voor elektronische
snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de autodealer als een van deze
systemen niet meer naar behoren werkt.
• Monteer de carkit op een dergelijke plaats dat deze bij een botsing niet met het
hoofd in aanraking kan komen.
• Sluit geen onderdelen van de carkit aan op de hoogspanningdraden van het
contactsysteem.
• Zorg ervoor dat u tijdens de montage de elektriciteitskabels, brandstof- en
remleidingen en beveiligingsapparatuur niet beschadigt.
• Zorg er ook voor dat de kabels niet blootstaan aan slijtage van mechanische
aard. Bevestig kabels niet onder stoelen of tegen scherpe randen.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
12