5.2
Klemmenspecificaties
Aansluitklemmen voor de netspanning en motor. (Connector 1)
Aansluitklem (symbool).
L1 ( L )
L3 ( N )
T1 ( U )
T2 ( V )
T3 ( W .
Maximale spanning en stroom op de aansluitklemmen mogen niet hoger zijn dan 300V, 15A.
Gebruik alleen koperen bedrading die geschikt is voor minimaal 300V, 75ºC.
Aansluitklemmen voor de bediening / besturing van de frequentieregelaar. (Connector 2)
(groene klemmenstrook).
klemnr. (symbool).
1
Trip Relais
2
3
Linksom
4
Rechtsom
5
+12V.
6
SP1
7
Reset
8
+
9
-
10
10
GND / FM-
11
FM+
Gebruik alleen koperen bedrading die geschikt is voor minimaal 300V, 75ºC.
Leg de stuurstroombedrading gescheiden van de motor en voedingskabel om eventuele verstoring van de
stuurstroomsignalen te voorkomen. Voor de stuurstroombedrading kan het beste een afgeschermde kabel worden
gebruikt, waarbij het scherm c.q. de mantel met klem 10 wordt verbonden.
Indumex B.V. - Sloterweg 358-b - 1171 VK - Badhoevedorp - Tel 020—65 98 301 - Fax 020-65 93 599 -
Functie.
Netspanning aansluiting.
Uitgang t.b.v. motoraansluiting.
Functie.
Relais uitgang ( maakcontact ) t.b.v. storing en status melding.
250VAC/1A. of 30VDC/1A.
Ingangen voor de keuze van draairichting en start /stop.
( zie parameter F03 ).
12 Volt spanning t.b.v. klemmen 3, 4, 6, en 7.
Multifunctionele ingangen
( zie parameter F19 ).
+10 V
0 - 10V/ 0(4) - 20mA.
Gnd / massa.
Gnd / massa.
0 – 10 VDC.
Connector 1
fig. 10 positie van de klemmenstroken op de Easy-drive
Potentiometeraansluiting
Analoge ingang voor snelheidsinstelling.
Gnd / massa aansluiting.
Gnd / massa aansluiting voor analoge uitgang.
Analoge uitgang t.b.v. uitlezing.
Schakelaar S1
Connector 2
16
www.indumex.nl