ISA Two-gebruikershandleiding
de voorversterker 200 Ω te maken om overeen te komen met een microfoon van 200 Ω) worden de
microfoonuitgang en de signaal-ruisverhouding nog steeds met 6 dB verminderd, wat ongewenst is.
Om de belasting van de microfoon te minimaliseren en de signaal-ruisverhouding te maximaliseren, zijn
voorversterkers traditioneel ontworpen met een ingangsimpedantie die ongeveer tien keer groter is dan
die van de gemiddelde microfoon, ongeveer 1,2 kΩ tot 2 kΩ. (Het originele ISA 110-voorversterkerontwerp
volgde deze conventie en heeft een ingangsimpedantie van 1,4 kΩ bij 1 kHz.) Ingangsimpedantie-instellingen
groter dan 2 kΩ hebben de neiging om de frequentiegerelateerde variaties van microfoonuitgangen
minder significant te maken dan bij lage impedantie-instellingen. Daarom leveren hoge ingangsimpedantie-
instellingen microfoonprestaties op die vlakker zijn in de lage en middenfrequentiegebieden en versterkt in
het hogefrequentiegebied in vergelijking met instellingen met lage impedantie.
Lintmicrofoons
Speciale vermelding verdient de impedantie van een lintmicrofoon, omdat dit type microfoon enorm wordt
beïnvloed door de impedantie van de voorversterker.
De lintimpedantie van dit type microfoon is erg laag, ongeveer 0,2 Ω, en vereist een uitgangstransformator
om de lage spanning die deze genereert om te zetten in een signaal dat door een voorversterker kan
worden versterkt. De transformator gebruikt een verhouding van ongeveer 1:30 (primair:secundair) om de
lintspanning tot een bruikbaar niveau te verhogen. Deze transformatorverhouding heeft tot gevolg dat de
uitgangsimpedantie van de microfoon toeneemt tot ongeveer 200 Ω bij 1 kHz.
De impedantie van de transformator is echter sterk afhankelijk van de frequentie; hij kan bij sommige
frequenties bijna verdubbelen (ook wel het resonantiepunt genoemd) en heeft de neiging om bij lage
en hoge frequenties af te dalen naar zeer kleine waarden. Daarom heeft de ingangsimpedantie van de
microfoonvoorversterker, net als bij dynamische microfoons en condensatormicrofoons, een aanzienlijk effect
op het signaalniveau en de frequentierespons van de uitgangstransformator van de lintmicrofoon, en de
bijbehorende 'geluidskwaliteit' van de microfoon. Het wordt aanbevolen dat een microfoonvoorversterker
die is aangesloten op een lintmicrofoon een ingangsimpedantie heeft van minimaal 5 maal de nominale
microfoonimpedantie.
Voor een lintmicrofoonimpedantie van 30 Ω tot 120 Ω zal de ingangsimpedantie van 600 Ω (laag) prima
werken. Voor lintmicrofoons van 120 Ω tot 200 Ω wordt de ingangsimpedantie-instelling van 1,4 kΩ (ISA 110)
aanbevolen.
12