Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Begrippen Uit De Thermografie - Trotec IC200 Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Begrippen uit de thermografie

Span (contrast)
Zijn de temperaturen binnen het beeld zeer homogeen verdeeld
en liggen ze dicht bij elkaar, kan het zijn dat het beeld niet erg
kleur- / contrastrijk is en contouren niet bijzonder goed
zichtbaar zijn. Voor het contrastrijker maken van het beeld,
eerst naar de weergavemodus MANUAL gaan (zie paragraaf
"Temperatuurschaal instellen"). De menubalk op de onderste
beeldschermrand moet gedeactiveerd zijn. De camera richten
op de te onderzoeken zone, deze stilhouden en ca. 1 seconde
drukken op de toets weergave (23). Op het display verschijnt
kort de kalibratie-indicatie en u hoort de sluiter van het
apparaat. Zo worden LEVEL en SPAN optimaal ingesteld voor de
geselecteerde beelduitsnede. Dit kan naar behoefte worden
herhaald. Drukt u na deze instellingen op de
pijltoetsen Omhoog (17), resp. Omlaag (21), wordt het
ingestelde temperatuurbereik vergroot, resp. verkleind. De
weergave van de individuele zones binnen het beeld wijzigt en
wordt contrastrijker.
Niveau (gemiddelde temperatuur / temperatuurniveau /
helderheid)
Vaak is het zinvol om in combinatie met een aanpassing van het
bereik (zie span) ook de gemiddelde temperatuur (level) aan te
passen, resp. te verschuiven. Is eerder bijvoorbeeld het bereik
teruggebracht naar een minimum en wordt dit sterk verkleinde
temperatuurbereik verschoven door het verschuiven van het
niveau omhoog/omlaag (drukken op de rechter, resp. linker
pijltoets), wordt het beeld deels onbruikbaar omdat het volledig
wordt over- resp. onderbelicht. Zo kunnen echter bij het
doorlopen van de individuele temperatuurbereiken zelfs de
meest geringe temperatuurverschillen bij het object zichtbaar
worden gemaakt (bijv. met een vloerverwarming).
20
Emissie
Elk lichaam, waarvan de temperatuur boven het absolute
nulpunt van -273,15 °C ligt, zendt warmtestraling uit. Hoe goed
deze wordt uitgestraald, is o.a. afhankelijk van de
oppervlaktegesteldheid (bijv. kleur, structuur,
materiaalsamenstelling, etc.) en de temperatuur zelf. De
emissiviteit van een lichaam geeft aan hoeveel straling het
afgeeft in vergelijking met een ideale zwarte straler. Een ideale
zwarte straler heeft de theoretische emissiviteit 1. Overige
factoren, zoals transmissie en reflectie, kunnen in deze optimale
situatie buiten beschouwing worden gelaten. In de praktijk is dit
echter niet mogelijk. Zo zijn oppervlakken, die al binnen het
zichtbare lichtspectrum sterk reflecteren, vaak ook sterk
reflecterend binnen het spectraal bereik van infrarood, zoals
gepolijst aluminium.
De volgende formule geldt:
Transmissie + reflectie + emissie = 1
In de meeste gevallen is de factor transmissie verwaarloosbaar.
Is het thermografisch te meten oppervlak sterk reflecterend,
neemt het aandeel reflectie overeenkomstig toe en wordt het
aandeel transmissie kleiner.
Voorbeeld:
• Transmissie = 0
• Reflectie = 0,8
• Emissie = 0,2
Sterk reflecterende oppervlakken spiegelen alle mogelijk
temperaturen van omliggende warmtebronnen, die daarom
indirect door de warmtebeeldcamera worden geregistreerd en
gemeten, echter de te meten oppervlaktetemperatuur van het
eigenlijke object niet. Om dit probleem te omzeilen, worden
vaak speciale stickers of sprays met een hoge, gedefinieerde
emissiviteit aangebracht op het te meten oppervlak.
Als uitgangspunt geldt: Hoe hoger de emissiviteit, des te lager
de reflectiegraad, des te beter thermografie kan worden
toegepast.
Gereflecteerde temperatuur
Het vinden van warmtebronnen in de omgeving, die de meting
beïnvloeden en de bepaling van de gemiddelde temperatuur, die
ze afgeven en kan worden gereflecteerd van het thermografisch
te meten object.
warmtebeeldcamera IC200 / IC300
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ic300

Inhoudsopgave