Een instrument stemmen–Tuner
De BR-532 heeft een ingebouwde "chromatische stemfunctie", waarmee u uw instrument snel kunt stemmen. Deze ingebouwde
Tuner is geschikt voor zowel gitaar als basgitaar.
Als voorbeeld volgt nu de procedure bij het stemmen van een gitaar.
Omschakelen naar de Tuner.
* U kunt tijdens het gebruik van de Tuner niet afspelen of
opnemen.
Controleer de volgende punten, voor u begint:
❐ Dat uw gitaar is aangesloten op de GUITAR/BASS
INPUT jack.
❐ Dat het lampje [GUITAR/BASS] op de [GUITAR/BASS]
knop brandt.
❐ Dat GUITAR/BASS INPUT SENS op de juiste manier is
aangepast (zie "De gevoeligheid van de input
aanpassen" p. 30).
Is het lampje [GUITAR/BASS] uit, doe het dan aan door op
[GUITAR/BASS] INPUT SELECT te drukken.
1. Druk op [TUNER] om het display om te laten
schakelen naar de Tuner.
2. Om de Tuner weer uit te zetten, drukt u nogmaals op
[TUNER]. U gaat dan terug naar het Play scherm.
Als u het geluid tijdens het stemmen niet wilt uitsturen,
kunt u de INPUT LEVEL knop of de MASTER fader
zacht zetten.
Uitleg van de aanwijzingen die tijdens
het stemmen in beeld verschijnen
Bij de interne Tuner van de BR-532 wordt bovenin het
scherm de referentie-toonhoogte getoond, en rechts de
naam van de toonhoogte. De stemwijzer ziet u onderin het
scherm, en hierin ziet u het verschil tussen de ingevoerde
toonhoogte en de weergegeven toonhoogte.
Referentie-toonhoogte
Stemwijzer
De stemwijzer toont een verschil van +/− 50 % tussen de
ingevoerde toonhoogte en de juiste toonhoogte. Ga door met
stemmen totdat het vakje midden op het display zwart
wordt: " ".
76
Nootnaam
Stemmen
1. Sla de losse snaar die u wilt stemmen aan.
Op het scherm wordt de nootnaam die het dichtst bij de
gespeelde toonhoogte ligt weergegeven.
* Speel zo duidelijk mogelijk een enkele noot, alleen op de snaar
die u wilt stemmen.
2. Blijf stemmen tot de naam van de losse snaar die u
stemt in beeld verschijnt.
Normale stemming
6e
5e
snaar
snaar
E
A
gitaar
basgitaar
3. Ga door totdat het vakje midden op het display zwart
wordt: " ".
De stemwijzer toont een verschil van ±50 % tussen de
ingevoerde toonhoogte en de juiste toonhoogte.
• Als de toonhoogte hoger dan de weergegeven toon-
hoogte is (#)
• Als de toonhoogte gelijk aan de weergegeven toonhoogte
is
• Als de toonhoogte lager dan de weergegeven toonhoogte
is (b)
4. Herhaal stap 1 t/m 3 om alle snaren te stemmen.
* Bij het stemmen van een gitaar met een tremolo-arm, kan het
zijn dat door het stemmen van één snaar de andere snaren weer
ontstemmen. In dit geval kunt u het beste eerst alle snaren
ongeveer goed stemmen (zodat de juiste noot op het scherm
wordt weergegeven), en vervolgens iedere snaar afzonderlijk
fijn stemmen.
4e
3e
2e
1e
snaar
snaar
snaar
snaar
D
G
B
E
E
A
D
G