Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

7.
Voorwaarde voor een perfecte soldeerplek en goed solderen is een
schone, niet geoxideerde soldeerpunt. Want met een vuile soldeerpunt
is het absoluut onmogelijk schoon te solderen. Verwijder daarom elke
keer nadat u gesoldeerd heeft overtollig soldeer en vuil met een
vochtige spons of een siliconenstripper.
8.
Na het solderen worden de aansluitdraden direct boven de soldeerplek
afgeknipt met een kantknipper.
9.
Bij het solderen van halfgeleiders, LED's en IC's dient u er speciaal op
te letten dat de soldeertijd van 5 sec niet overschreden wordt, omdat
anders het onderdeel vernield wordt. U dient bij deze componenten
eveneens op de juiste poling te letten.
10.
Na het opbouwen controleert u principieel elke schakeling nogmaals
om te zien of alle componenten er juist ingezet en gepoold zijn.
Controleer ook, of er niet per ongeluk aansluitingen of printbanen met
tin overbrugd zijn. Dat leidt niet alleen tot niet goed functioneren, maar
kan ook leiden tot het vernielen van dure onderdelen.
11.
Let er op, dat verkeerde soldeerplekken, verkeerde aansluitingen,
foutieve bediening en fouten in het aanbrengen van onderdelen buiten
onze invloedsfeer liggen.

1. Bouwfase I:

Montage van de onderdelen op de printplaat
1.1 Weerstanden
Eerst worden de aansluitdraden van de weerstanden in overeenstemming
met de rastermaat rechthoekig gebogen en in de aangebrachte boringen
(volg. onderdelenschema) ingestoken. Opdat de onderdelen bij het omdra-
ien van de printplaat niet uit kunnen vallen, buigt u de aansluitdraden van de
weerstanden ca. 45° uit elkaar, en soldeert ze zorgvuldig op de printbanen
aan de achterkant van de printplaat.
Daarna worden de uitstekende uiteinden van de draden afgeknipt.
De in dit bouwpakket gebruikte weerstanden zijn koollaagweerstanden en
hebben een tolerantie van 5%, ze zijn gekenmerkt door een goudkleurige
"tolerantiering".
Koollaagweerstanden zijn meestal met 4 kleurringen gekenmerkt. Voor het
aflezen van de kleurcodes moet de weerstand zo in een positie gehouden
worden dat de goudkleurige tolerantiering aan de rechterkant van het weer-
14
standslichaam te zien is. De kleurringen worden dan van links naar rechts
afgelezen!
R1
=
100 k
bruin,
R2
=
10 k
bruin,
R3
=
10 k
bruin,
R4
=
220 R
rood,
1.2 Condensator
Steek de condensator in de overeenkomstig gekenmerkte openingen,
buig de draden een beetje uit elkaar en soldeer ze netjes met de print-
banen.
C1
= 22 nF = 22 nS = 0,022 µF = 223 keramische condensator
1.3 Trimpotentiometer
Soldeer nu de trimpotentiometer in de schakeling.
P 1 = M

1.4 Transistors

In deze werkfase worden de transistors overeenkomstig met de onderdelen-
opdruk ingezet en op de printbaankant gesoldeerd.
Let hierbij op de positie: de vorm van de transistorbehuizingen moeten over-
eenkomen met de onderdelenopdruk. U kunt zich hierbij aan de afgevlakte
zijde van de transistorbehuizing oriënteren. De aansluitpootjes mogen elkaar
absoluut niet kruisen, bovendien moet de behuizing van de transistor op
ongeveer 5 mm afstand van de printplaat blijven.
Let op een korte soldeertijd, zodat de transistors niet door oververhitting
beschadigd kunnen worden.
T1
=
BC 237, 547, 548, 549 A, B of C kleinvermogen-transistor
T2
=
BC 237, 547, 548, 549 A, B of C kleinvermogen-transistor
T3
=
BC 237, 547, 548, 549 A, B of C kleinvermogen-transistor
zwart
geel
zwart, oranje
zwart, oranje
rood,
bruin
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

11 72 93

Inhoudsopgave