De condensator heeft geen voorgeschreven inbouwpositie; ook zijn pootjes
worden na het insteken iets uit elkaar gebogen, gesoldeerd en afgeknipt. Bij
de potentiometer wordt aangeraden om eerst een pootje te solderen, zodat
bij de uiteindelijke inbouw deze nog gericht kan worden.
De lichtdiode heeft een korter pootje, deze kenmerkt de kathodezijde; en
correspondeert met de schuine streep in het schakelschema en het witte
veld in het onderdelenschema. Let op de juiste poling, opdat anders de LED
nooit kan oplichten, zelfs dan niet als er heel sterk gelogen wordt.
Vaak komt het voor dat de transistors verkeerd om gesoldeerd worden
doordat de pootjes kunstzinnig omgebogen worden. De onderdelen moeten
alleen volgens de in een driehoek geordende boorgaten ingezet worden,
zoals ze uit de behuizing komen - dan kan er niets verkeerd gaan!
Na het aansolderen van de batterijclip controleert u uw opbouw op eventuele
soldeer- of montagefouten. Sluit hierna een 9-V-blok aan en test de schakeling.
Onafhankelijk van de potentiometerpositie moet het aanraken van de
ingangscontacten de lichtdiode activeren.
In vriendenkringen kunt u dan een keer testen, hoeveel mensen, door elkaar
aan te raken, een ketting kunnen vormen voordat de LED niet meer reageert.
Technische gegevens
Ingang
: sensorcontacten
Uitgang
: lichtdiode
Reactie
: vanaf 1 MOhm overgangsweerstand
Werkingsspanning
: 4,5...9 V=
Stroomopname
: ca. 10 mA
Afmetingen
: 40 x 25 mm
LET OP!
Voor u met het in elkaar zetten begint, dient u eerst in alle rust deze opbouw-
handleiding tot aan het eind door te lezen, voor u de module of het apparaat
in gebruik neemt (vooral het hoofdstuk over mogelijke fouten en het verhelpen
ervan!) en uiteraard de veiligheidsbepalingen. U weet dan, waar het op
aankomt en waar u op moet letten en u vermijdt daardoor vooraf fouten, die
soms slechts met veel moeite weer verholpen kunnen worden!
10
Voer de solderingen en bedradingen absoluut netjes en precies uit, gebruik
geen zuurhoudend soldeertin, soldeervet of dergelijke. Overtuig u ervan dat
er geen koude soldeerplek aanwezig is. Want een slordige of slechte
soldeerplek, een loszittend contact of een slechte opbouw betekenen tijd-
rovend zoeken naar fouten en onder bepaalde omstandigheden het
kapotgaan van onderdelen, wat vaak een kettingreactie tot gevolg heeft,
waardoor het gehele bouwpakket vernield wordt.
Bedenk ook dat bouwpakketten die met zuurhoudend soldeertin, soldeervet
e.d. gesoldeerd zijn, door ons niet gerepareerd worden.
Bij het in elkaar zetten van elektronische schakelingen wordt een basiskennis
over de behandeling van de onderdelen, het solderen en het omgaan met
elektronische resp. elektrische onderdelen verondersteld.
Algemene aanwijzing voor het in elkaar
zetten van een schakeling
De mogelijkheid, dat na het in elkaar zetten iets niet functioneert, kan door
precies en netjes te werken drastisch verminderd worden. Controleer elke
stap, elke soldeerplek twee keer, voor u verder gaat! Houdt u aan de hand-
leiding! Voer de daar beschreven stap niet anders uit en sla niets over! Vink
elke stap dubbel af: eenmaal voor het monteren, eenmaal voor het controleren.
Neem in ieder geval de tijd ervoor: knutselen is geen akkoordwerk, want de
hier gebruikte tijd is drie keer zo klein als die voor het zoeken naar fouten.
Een veel voorkomende oorzaak voor het niet functioneren is een montage-
fout, b.v. verkeerd ingezette onderdelen zoals IC's, diodes en elco's. Let ook
beslist op de kleurringen van de weerstanden, omdat sommige weerstanden
kleurringen hebben die makkelijk verwisseld kunnen worden.
Let ook op de waarden van de condensatoren, b.v. n 10 = 100 pF (niet 10
nF). Daartegen helpt dubbel en driedubbel checken. Let er ook op dat alle
IC-pootjes er daadwerkelijk in de fitting steken. Het gebeurt heel gemakkelijk,
dat er bij het insteken een pootje omgebogen wordt. Een klein beetje drukken,
en de IC moet bijna vanzelf in de fitting springen. Als dat niet gebeurt, is er
zeer waarschijnlijk een pootje verbogen.
Als hier alles klopt, dan moet u als volgende eventueel de schuld zoeken bij
en koude soldeerplek. Deze onaangename begeleiders van het knutselaarleven
treden op, als de soldeerplek niet goed verwarmd wordt, zodat het tin geen
goed contact heeft met de draden, of als men bij het afkoelen de verbinding
11