Geheugen instellen
Instellingen voor Audioregeling, AV-IN,
AV-interface, Navigatie en Audio kunnen
worden opgeslagen. De opgeslagen instellingen
kunnen op om het even welk ogenblik worden
opgeroepen. Zelfs wanneer de instellingen worden
gewist, bijvoorbeeld door vervanging van de accu,
kunt u ze opnieuw instellen.
1
Geef het geheugeninstelscherm weer
>
>
Raak [
]
[
]
Memory] aan. (pagina 57)
2
Starten met instellen van geheugen
[Lock] Vergrendelt de instellingen voor AV-IN,
navigatie en audio. Als [Lock] is geselecteerd,
kunt u de instellingen voor AV-IN, navigatie en
audio niet wijzigen.
[Yes] Legt de instellingen in het geheugen vast
of haalt ze terug.
[No] Om de functie te annuleren, raakt u [No]
aan. Om het in het geheugen vastleggen te
annuleren, raakt u [No] aan.
Het instelmenuscherm verschijnt opnieuw.
3
Selecteer een gewenste functie
[Recall] Haalt de in het geheugen opgeslagen
instellingen terug.
[Memory] Onthoudt de huidige instellingen.
[Clear] Wist de momenteel in het geheugen
opgeslagen instellingen.
>
[System]
[SETUP
4
Bewaart de instellingen of haalt de in het
geheugen opgeslagen instellingen terug
Bij het opslaan van de instellingen van audio-
instelling en AV-interface:
Als de instellingen reeds werden opgeslagen,
wordt er een bevestigingsbericht weergegeven.
Raak [Yes] aan. Om het in het geheugen
vastleggen te annuleren, raakt u [No] aan.
Wanneer de in het geheugen opgeslagen
instellingen worden teruggehaald:
Als u het scherm aanraakt, verschijnt een
bevestigingsbericht. Raak [Yes] aan. Om het
terughalen te annuleren, raakt u [No] aan.
Bij het wissen van de momenteel opgeslagen
instellingen:
Als u het scherm aanraakt, verschijnt een
bevestigingsbericht. Raak [Yes] aan. Om het
wissen te annuleren, raakt u [No] aan.
5
Het opslaan/terughalen van instellingen
stoppen
Nederlands
63