Opnemen
Opnameniveau vóór de opname automatisch aanpassen
([SMART]-modus)
Start een opname nadat het opnameniveau automatisch is aangepast aan het
invoervolume.
2
1
Druk op de knop 9 of 0 op
het [Home]-scherm en selecteer
[Recorder] (☞ Blz. 28).
2
Druk op de knop `OK.
3
Druk op de knop + of − om
de gewenste opnamemap te
selecteren.
• Elk nieuw spraakopnamebestand
wordt opgeslagen in de
geselecteerde map.
TIP
• Om automatische aanpassing
van het opnameniveau te starten,
zelfs als de modus [Recorder]
niet is geselecteerd, houdt u de
knop REC ( s ) ingedrukt. De
opnamen worden opgeslagen in
de eerste submap (de bovenste
NL
submap in de lijst met mappen)
onder de map [Recorder].
38
4
Houd de knop REC ( s )
ingedrukt.
a Niveaumeter (verandert op
basis van opnameniveau en
opnamemodus)
OPMERKING
• [Handmatig] is geselecteerd
bij [Opnameniveau] >
[Interne micr.] of [Externe mic]
(☞ Blz. 84).
• [Scène opnemen] kan niet
worden gebruikt (☞ Blz. 47).
• Wanneer de niveaumeter tijdens
het opnemen extreme pieken
registreert, licht het PEAK-
indicatielampje op en kan in het
opgenomen geluid vervorming
hoorbaar zijn. Als u [Limiter]
inschakelt, kunt u vervorming
van geluid met extreme
piekvolumes voorkomen
(☞ Blz. 85).
a
a