Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Hartelijk gefeliciteerd
Gebruiksaanwijzing
Wij feliciteren u van harte met uw nieuwe Campster en spreken onze dank uit dat u voor een kwaliteitsproduct
hebt gekozen van de firma PÖSSL.
Welke reis u ook wilt ondernemen – met een Campster van PÖSSL hebt u altijd de juist reisgenoot: of het nu
gaat om een stedentrip, een korte reis of een vakantie met de hele familie. U zult enthousiast zijn over het hoge
kwaliteitsniveau en de ruime variatiemogelijkheden. Vele nuttige details bewijzen zich onderweg als uiterst
praktisch en laten uw vakantie nog meer ontspannen verlopen.
Elk voertuig van PÖSSL wordt met zorg gemaakt en de kwaliteit wordt streng gecontroleerd. Daardoor hebben
onze producten een lange levensduur.
Deze gebruiksaanwijzing bevat voornamelijk informatie over de woonmogelijkheden van uw Campster. U vindt
hierin alle belangrijke informatie en tips om optimaal gebruik te kunnen maken van alle technische snufjes van
uw Campster. Ook het onderhoud – en daarmee het waardebehoud – komt aan bod.
Daarnaast ontvangt u aparte documentatie over het basisvoertuig en de diverse inbouwapparatuur.
Neem voor onderhoudswerkzaamheden of wanneer u hulp nodig hebt altijd contact op met uw CAMPSTER-
dealer. Hij kent uw voertuig als geen ander en kan snel en betrouwbaar aan al uw wensen tegemoet komen.
Nu rest ons niets anders dan u met uw Campster veel plezier, ontspanning en een goede reis te wensen.
© 2020 Pössl Freizeit und Sport GmbH, Ainring
Campster - 12/20-0 - PSL-MJ21-00NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Possl Campster 2020

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Hartelijk gefeliciteerd Gebruiksaanwijzing Wij feliciteren u van harte met uw nieuwe Campster en spreken onze dank uit dat u voor een kwaliteitsproduct hebt gekozen van de firma PÖSSL. Welke reis u ook wilt ondernemen – met een Campster van PÖSSL hebt u altijd de juist reisgenoot: of het nu gaat om een stedentrip, een korte reis of een vakantie met de hele familie.
  • Pagina 2 Gebruiksaanwijzing Campster - 12/20-0 - PSL-MJ21-00NL...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Verklaringen 7.6.1 Zitbank naar slaapstand ombouwen . . 31 ....5 7.6.2 Zitbank naar rijstand ombouwen ..32 Kentekenbewijs .
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Inbouwapparatuur ... . 65 10.1 Algemeen..... . . 65 10.2 Dieselverwarming (optioneel) .
  • Pagina 5: Verklaringen

    Verklaringen Kentekenbewijs 1Verklaringen Voertuiggegevens Model: Fabrikant/motortype: Serienummer: Datum eerste toelating: Aangeschaft bij: Sleutelnummer: Chassisnummer: Gegevens koper Naam, voornaam: Straat, huisnummer: Postcode, plaats: E-mail: Stempel en handtekening dealer Wijzigingen in constructie, uitrusting en omvang van de levering blijven voor- behouden. Er wordt ook speciale uitrusting vermeld die niet standaard bij leve- ring is inbegrepen.
  • Pagina 6: Inspectieschema

    Verklaringen Inspectieschema Pos. Component Activiteit Interval Aardlekschakelaar Functionele controle bij om de 6 ma- elke aansluiting op de anden 230 V- stroomvoorzie- ning Scharnieren Smeren Jaarlijks Koelbox 1 en 2, verwarming, Functionele controle Jaarlijks kooktoestel, verlichting, sluitin- gen van luiken en deuren, vei- ligheidsgordels Vouwdak Controle op goede wer-...
  • Pagina 7: Inspectieverklaringen

    Verklaringen Inspectieverklaringen Overdracht Datum: Handtekening en stempel CAMPSTER-dealer: 1e jaar Datum: Handtekening en stempel CAMPSTER-dealer:  Geen gebreken geconstateerd  Geconstateerde gebreken: Wanneer naar aanleiding van de inspectie wordt geconstateerd dat verdergaande werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, worden deze pas uitgevoerd na opdracht door de klant. Neem tevens de onderhoudsintervallen in acht zoals voorgeschreven door de fabrikanten van de diverse apparaten.
  • Pagina 8: Inspectieverklaring Elektrische Onder

    Verklaringen Inspectieverklaring elektrische onderdelen De volledige 230 V-installatie moet om de drie jaar, of bij veelvuldig  gebruik, elk jaar door een gekwalificeerde elektricien volgens VDE 0100 worden gekeurd. 3e jaar Datum: Handtekening en stempel van de elektrotechnicus: Volledige 230 V-installatie gecontroleerd: ...
  • Pagina 9: Inleiding

    Inleiding Lees deze gebruiksaanwijzing volledig door voordat u 2Inleiding de eerste keer start! Houd de gebruiksaanwijzing altijd onder handbereik in het voertuig. Geef alle veiligheidsvoorschriften ook door aan andere gebruikers. Het niet in acht nemen van dit symbool kan leiden tot gevaar voor ...
  • Pagina 10: Algemeen

    Inleiding Algemeen Het voertuig is gebouwd volgens de huidige stand der techniek en de algemeen erkende veiligheidstechnische voorschriften. Desondanks kunnen personen letsel oplopen of kan het voertuig worden beschadigd wanneer de veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing niet in acht genomen worden. Afhankelijk van de uitrusting worden een verbandtrommel en gevarendriehoek niet standaard meegeleverd.
  • Pagina 11: Milieuaanwijzingen

    Inleiding Milieuaanwijzingen Gedraag u in de vrije natuur rustig en laat geen rommel achter.  In principe geldt: afvalwater en huisvuil horen niet thuis in de goot of in de  vrije natuur. Ledig de afvalwatercontainer uitsluitend bij speciaal daarvoor bedoelde ...
  • Pagina 12: Veiligheid

    Veiligheid Brandveiligheid 3Veiligheid 3.1.1 Voorkomen van brandgevaar Laat kinderen nooit alleen in het voertuig.  Houd brandbare materialen verwijderd van verwarmings- en  kooktoestellen. Lampen kunnen zeer heet worden. Wanneer een lamp is ingeschakeld,  moet de veiligheidsafstand tot brandbare voorwerpen ten minste 30 cm bedragen.
  • Pagina 13: Algemeen

    Veiligheid Algemeen De zuurstof in het voertuig wordt verbruikt door ademhaling en door  gebruik van gasgestookte inbouwapparatuur. De zuurstof moet daarom continu worden ververst. Hiervoor is het voertuig voorzien van ventilatieroosters. Wanneer het vouwdak is geopend, is voldoende ventilatie gewaarborgd. Dek ventilatieopeningen nooit van binnen of van buiten af, bv.
  • Pagina 14: Gebruik Van Een Aanhanger

    Veiligheid Doe voor het rijden de gordel om en houd deze tijdens het rijden om.  Zet kinderen altijd vast met de kinderbeveiligingsvoorzieningen die voor  de betreffende lichaamslengte en het gewicht zijn voorgeschreven. Deactiveer de airbag van de voorste passagiersstoel wanneer daarop ...
  • Pagina 15 Veiligheid Laat de gasinstallatie voor inbedrijfstelling conform de nationale  voorschriften keuren door een geautoriseerd garagebedrijf. Dat geldt ook voor niet-aangemelde voertuigen. Laat bij wijzigingen aan de gasinstallatie deze onmiddellijk keuren door een geautoriseerd garagebedrijf. Ook de gasdrukregelaar moet worden gekeurd. De gasdrukregelaar ...
  • Pagina 16: Gasfles

    Veiligheid 3.5.2 Gasfles Voer een gasfles uitsluitend mee in de gaskast.  Plaats de gasfles rechtop in de gaskast.  Sjor de gasfles zo vast dat deze niet kan verdraaien of kantelen.  Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles voordat de gasdrukregelaar of de ...
  • Pagina 17: Voor Vertrek

    Voor vertrek Laadvermogen 4Voor vertrek Overbelading van het voertuig en een verkeerde bandenspanning  kunnen leiden tot een klapband. Daarbij kan de controle over het voertuig worden verloren. Pas de snelheid aan aan de belading. Bij een hoge belading is de ...
  • Pagina 18: Berekening Van Het Laadvermogen

    Voor vertrek Aanvullende uitrusting Tot de aanvullende uitrusting behoren accessoires en speciale uitrusting. Voorbeelden van aanvullende uitrusting zijn: Aanhangerkoppeling  Dakdragers  Narkiezen  Fiets- of motordrager  Het gewicht van de diverse speciale uitrusting wordt vermeld door de fabrikant. Persoonlijke bagage De persoonlijke bagage omvat alle in het voertuig meegevoerde voorwerpen die niet zijn inbegrepen in de conventionele belasting en de aanvullende...
  • Pagina 19: Voertuig Correct Beladen

    Voor vertrek Toe te rekenen Berekening massa in kg Voorbeeld van bepaling van Technisch toegelaten totale massa 3100 het laadvermogen volgens de voertuigpapieren, veld F.1 Massa in rijklare toestand inclusief de - 2520 basisuitrusting volgens de voertuigpapieren, veld G Geeft als toegelaten laadvermogen Conventionele belasting, bv.
  • Pagina 20: Verkeersveiligheid

    Voor vertrek Verkeersveiligheid Controleer regelmatig voor vertrek of in intervallen van 2 weken de  bandenspanning. Een verkeerde bandenspanning veroorzaakt overmatige slijtage en kan leiden tot beschadiging van de banden of zelfs een klapband. Daarbij kan de controle over het voertuig worden verloren.
  • Pagina 21 Voor vertrek Controles Gecontr oleerd Gasinstallatie Gasfles stevig vastgesjord in de gaskast Hoofdafsluiter van de gasfles en gasafsluiter gesloten Elektrische installatie Controleer de accuspanning van de startaccu en de woonruimteaccu (zie hoofdstuk 9). Geeft het bedieningspaneel een te lage accuspanning aan, dan moet de betreffende accu worden bijgeladen.
  • Pagina 22: Tijdens Het Rijden

    Tijdens het rijden Rijden met de Campster 5Tijdens het rijden Gebruik op zitplaatsen die zijn voorzien van een veiligheidsgordel  tijdens het rijden altijd de veiligheidsgordel. Open de veiligheidsgordel nooit tijdens het rijden.  Meerijdende personen moeten op de daarvoor bedoelde plaatsen ...
  • Pagina 23: Veiligheidsgordel Correct Omdoen

    Tijdens het rijden Gebruik elke veiligheidsgordel voor slechts één volwassene.  Zet geen voorwerpen samen met personen vast.  Veiligheidsgordels zijn niet toereikend voor personen met een  lichaamslengte van minder dan 150 cm. Gebruik in dat geval aanvullend kinderzitjes of verhogingen. Neem het keuringscertificaat in acht. Bevestig kinderzitjes uitsluitend op zitplaatsen met af fabriek ...
  • Pagina 24: Zitplaatsen

    Tijdens het rijden Zitplaatsen Tijdens het rijden mogen personen zich uitsluitend op de toegelaten  zitplaatsen bevinden. Zie voor het toegelaten aantal zitplaatsen de voertuigpapieren. Op zitplaatsen is het gebruik van de veiligheidsgordel verplicht.  Monteer de originele tweezitsbank nooit in de rijrichting rechts en de ...
  • Pagina 25: Gebruik Van Verwarming En Kooktoestel

    Tijdens het rijden Gebruik van verwarming en kooktoestel Tijdens tanken, op veerboten en in de garage mag geen enkel apparaat  (bv. verwarming of kooktoestel) in gebruik zijn met de ingebouwde brander. Explosiegevaar! Zie voor de locatie van de brandstofvulopening de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig.
  • Pagina 26: Campster Opstellen

    Campster opstellen Handrem 6Campster opstellen Bij het losmaken van de handrem kan het voertuig in beweging komen,  bv. als het op wiggen staat. Trek bij het parkeren van het voertuig de handrem stevig aan. De aangetrokken handrem kan het draaien van de bestuurdersstoel ...
  • Pagina 27: Wonen

    Wonen Luik voor 230 V-aansluiting, vierkant 7Wonen Afb. 8 Luik voor 230 V-aansluiting Openen: Serviceluik (Afb. 8,1) aan de onderzijde vastpakken en omhoog zwenken.  Sluiten: Zwenk het serviceluik omlaag en druk het dicht.  Ventileren De zuurstof in het voertuig wordt verbruikt door ademhaling en door gebruik van gasgestookte inbouwapparatuur.
  • Pagina 28: Verwarmen En Koelen

    Wonen Open het raam van het voertuig (Afb. 9,2).  Plaats ventilatierooster (Afb. 9,1) bovenkant van het raamkozijn.  Sluit het raam voorzichtig totdat het aansluit in de sleuf van het  ventilatierooster. Gebruik niet de automatische sluitfunctie van de raambediening. Wanneer het raam te snel en te hard tegen het ventilatierooster wordt ...
  • Pagina 29: Schuifdeur

    Wonen Schuifdeur Let er bij het sluiten van de schuifdeur op, dat er geen vingers of andere  lichaamsdelen bekneld komen te zitten. Bij het sluiten van de schuifdeur mogen zich geen personen in de sluitzone bevinden. Let erop, dat kinderen de schuifdeur niet zonder toezicht bedienen. ...
  • Pagina 30: Stoelen Draaien

    Wonen Stoelen draaien Draai voor het rijden alle draaibare stoelen in de rijrichting en vergrendel  deze. Tijdens het rijden moeten de draaibare stoelen in de rijrichting vergrendeld blijven. Bij het losmaken van de handrem kan het voertuig in beweging komen, ...
  • Pagina 31: Zitbank

    Wonen Zitbank De ontgrendelingshendel is uitsluitend bedoeld voor het ontgrendelen van de zitbank. Neem onderstaande punten in acht: Ga niet op de beugel (Afb. 15,3) staan.  Gebruik de beugel (Afb. 15,3) niet om de zit-slaapbank aan te dragen.  Verschuif de zit-slaapbank uitsluitend in zittende positie.
  • Pagina 32: Zitbank Naar Rijstand Ombouwen

    Wonen 7.6.2 Zitbank naar rijstand ombouwen Om op de zitbank de veiligheidsgordels te kunnen gebruiken, moet de zitbank zich in het gordelbereik bevinden. Het gordelbereik is aangegeven ,2) bij het portier en met de aanwijzer ( met de markering ( Afb.
  • Pagina 33 Wonen Controleer of de zitbank zich in het gordelbereik bevindt.  Rijd pas weg wanneer alle personen op de zitbank hun veiligheidsgordel  om hebben gedaan. Afb. 20 Zitbank in het gordelbereik - Afb. 21 Zitbank niet in het gordelbereik markering onder de zitbank Afb.
  • Pagina 34: Stoelen Variabel Plaatsen

    Wonen 7.6.3 Stoelen variabel plaatsen Door het railsysteem in de vloer van de Campster kunnen de stoelen variabel worden geplaatst. Na demontage van de bedverlenging kan de Campster worden omgebouwd. Afb. 24 Vergrendeling van de Afb. 25 bedverlenging Bedverlenging Draai de vergrendelingen (Afb. 24,2) links en rechts aan de bedverlenging ...
  • Pagina 35 Wonen Afb. 28 Stoel monteren Stoel monteren Til de stoel (Afb. 28,1) op aan de rode lus (Afb. 28,2) en plaats deze in de  rails (Afb. 28,3). Controleer of de stoel (Afb. 28,1) correct is vergrendeld.  De rugleuning (Afb. 28,4) van de stoel kan pas rechtop worden gezet als ...
  • Pagina 36: Mogelijke Zitplaatsindelingen

    Wonen 7.6.4 Mogelijke zitplaatsindelingen Onderstaande zitplaatsindelingen zijn mogelijk in de Campster. Afb. 29 5 zitplaatsen met keuken Afb. 30 5 zitplaatsen en laadruimte zonder keuken Afb. 32 3-4 zitplaatsen, fiets en keuken Afb. 31 7 zitplaatsen zonder keuken Afb. 33 6 zitplaatsen zonder keuken Nur bei Zulassung als Campster mit PKW-Zulassung (Mehrzweckfahrzeug AF).
  • Pagina 37: Tafel

    Wonen Tafel 7.7.1 Hangtafel met scharniersteunpoot Afb. 34 Hangtafel met Afb. 35 Vergrendeling tafelblad scharniersteunpoot Hangtafel demonteren: Til het tafelblad iets op.  Ontgrendel de tafelpoot (Afb. 34,2) bij het scharnier en klap de tafel in.  Druk bij de vergrendeling van het tafelblad op de ontgrendelingsknop ...
  • Pagina 38 Wonen Afb. 37 Hangtafel met telescoopvoet (optioneel) Telescoopvoet afstellen: Hang de hangtafel aan de bovenste bevestigingsrail (zie hoofdstuk 7.7.1).  Draai de sterknop (Afb. 37,1) los.  Stel de telescoopvoet (Afb. 37,2) zo af, dat het tafelblad horizontaal staat.  Draai de sterknop (Afb.
  • Pagina 39: Led-Lichtbalken Onder Het Ligvlak

    Wonen LED-lichtbalken onder het ligvlak Lampen en armaturen kunnen warmte ontwikkelen.  Afb. 38 LED-lichtbalken onder het Afb. 39 Knop op de ligvlak bedieningssconsole Afb. 40 Knop bij de ingang Onder het ligvlak bevinden zich links en rechts twee LED-lichtbalken (Afb.
  • Pagina 40: Vouwdak

    Wonen Vouwdak Klap voor het rijden het vouwdak in.  De structuur van het tentdoek van het vouwdak vertoont kleine gaatjes. Dat is normaal – de gaatjes sluiten zich zodra het tentdoek vochtig wordt en de ve- zels opzwellen. Waterkolom voor de stoffen balg conform de fabrikant: 100 mm × 24 h Neem de bedienings- en onderhoudshandleidingen van SCA in acht.
  • Pagina 41: Ligoppervlak Gebruiken

    Wonen Afb. 44 Vergrendelingen ontspannen Afb. 45 Vouwdak omhoog zetten Druk de veiligheidshendel (Afb. 44,3) naar boven en trek tegelijkertijd de  vergrendeling (Afb. 44,1) naar links en rechts naar beneden. Verwijder de bout (Afb. 44,2) uit de houder.  Duw het vouwdak bij de beugel (Afb.
  • Pagina 42: Valbeveiliging Aanbrengen

    Wonen 7.9.3 Valbeveiliging aanbrengen Breng de valbeveiligingen pas aan wanneer de personen zich al in het  vouwdak bevinden. Om kinderen te beschermen tegen een val vanaf het ligoppervlak kan de valbeveiliging aan het vouwdak worden aangebracht. Afb. 47 Valbeveiliging Valbeveiliging aanbrengen: Trek de valbeveiliging (Afb.
  • Pagina 43: Vouwdak Sluiten

    Wonen Vouwdak sluiten: Maak de klittenbandsluitingen van de zijwanden en de voorwand van het  vouwdak los. Trek het vouwdak iets omlaag en sluit de ritssluiting.  Sluit het vouwdak (zie hoofdstuk 7.9.5).  7.9.5 Vouwdak sluiten Open voor het sluiten van het vouwdak ten minste één deur van het ...
  • Pagina 44: Keukenblok

    Wonen Controleer dat de bout geen (Afb. 52,2) speling heeft.  Sluit de veiligheidsriemen (Afb. 53,1).  Rol de stoffen balg bij de vergrendeling zorgvuldig op en zet deze vast met  de drie klittenbandsluitingen (Afb. 42,1). Sluit de doorklimafdekking (Afb. 50,1) met de drukknopen. ...
  • Pagina 45: Keukenblokhouder Demonteren En Mon

    Wonen Wanneer een slaapbank is ingebouwd, moet deze voor het openen van de  kastdeuren resp. het luik naar voren resp. naar achteren worden geschoven. Het keukenblok mag uitsluitend met aangesloten elektrische aansluiting  worden gebruikt. Afb. 57 Keukenblok uitsluitend met elektrische aansluiting gebruiken Keukenblok monteren...
  • Pagina 46: Keukenblok Buiten Gebruiken

    Wonen 7.11 Keukenblok buiten gebruiken Zorg dat het keukenblok beschut tegen de wind en horizontaal op een  stevige, vlakke en stabiele ondergrond wordt opgesteld. Let erop, dat het keukenblok op voldoende afstand staat van brandbare  materialen. Zorg dat het ventiel van de gasfles zich bevindt op een afstand van ten ...
  • Pagina 47: Outdoorpakket 2 (Optioneel)

    Wonen Outdoorpakket 2 (optioneel) 7.11.2 Het outdoorpakket bevat een onderstel en een verlengkabel voor de elektrische aansluiting. Onderstel en verlengkabel worden bewaard in een tas. Afb. 62 Onderstel opbouwen Afb. 63 Keukenblok plaatsen Afb. 64 Verlengkabel aansluiten Onderstel opbouwen Til het onderstel (Afb. 62,1) op aan de lus (Afb. 62,2). ...
  • Pagina 48: Gasinstallatie

    Gasinstallatie Algemeen 8Gasinstallatie Sluit voor het rijden en bij het verlaten van het voertuig de gasafsluiter  en de hoofdafsluiter. Tijdens tanken, op veerboten en in de garage mag geen enkel apparaat  (bv. verwarming of kooktoestel) in gebruik zijn met de ingebouwde brander.
  • Pagina 49: Gasfles

    Gasinstallatie Sluit uitsluitend gasgestookte toestellen aan (bv. een gasgrill) die zijn  bedoeld voor een gasdruk van 30 mbar. Rookgassen moeten ongehinderd naar de buitenlucht kunnen worden  afgevoerd en verse lucht moet ongehinderd kunnen worden aangevoerd. Houd daarom aanzuigopeningen schoon en vrij (van bv. sneeuw en ijs).
  • Pagina 50: Gasaansluiting Tot Stand Brengen

    Gasinstallatie Gasaansluiting tot stand brengen Laat de gasaansluiting uitsluitend door een vakman tot stand brengen.  Bij de eerste inbedrijfstelling van de Campster moet de gasaansluiting met het keukenblok tot stand worden gebracht. Afb. 65 Gasslang met gasdrukregelaar Schroef het hoekstuk (Afb. 65,3) op de gasslang (Afb. 65,2). ...
  • Pagina 51: Gasafsluiter

    Gasinstallatie Plaats een volle gasfles in de gaskast.  Zet de gasfles vast met de bevestigingsgordel.  Houd de gasdrukregelaar (Afb. 66,2) met de gasslang (Afb. 66,1) tegen de  gasfles en draai de kartelmoer (Afb. 66,3) met de hand vast (linkse draad). Sluit het luik.
  • Pagina 52: Gasafstandsschakelaar

    Gasinstallatie Gasafstandsschakelaar Met gesloten dak heeft de keuken geen stroom en en werkt de  afstandsschakelaar voor het gas niet. Bij buitengebruik werkt de keuken wel met gesloten dak. Afb. 70 Gasafsluiter uitsluitend bij buitengebruik uitschakelen De gasafstandsschakelaar (Afb. 71,1) bevindt zich aan de zijkant van het keukenblok.
  • Pagina 53: Elektrische Installatie

    Elektrische installatie Algemene veiligheidsaanwijzingen 9Elektrische installatie Laat uitsluitend deskundig personeel aan de elektrische installatie  werken. Alle elektrische apparaten (bv. mobiele telefoons, zendinstallaties,  televisietoestellen of dvd-spelers) die achteraf in het voertuig worden ingebouwd en tijdens het rijden worden gebruikt, moet aan bepaalde kenmerken voldoend: dat zijn de CE-markering, den EMC-keuring (elektromagnetische compatibiliteit) en de "E1"-keuring.
  • Pagina 54: Montagelocatie

    Elektrische installatie Koppel bij een lange periode van stilstand (4 weken en langer) de  woonruimteaccu los van het 12 V-boordnet of laad de accu regelmatig bij. Rook niet in de buurt van de woonruimteaccu.  Afb. 72 Rook niet in de nabijheid van de woonruimteaccu De accu is onderhoudsvrij.
  • Pagina 55 Elektrische installatie Vervangen Gebruik voor het vervangen van de woonruimteaccu uitsluitend een accu  van hetzelfde type. Gebruik voor het vervangen van de woonruimteaccu uitsluitend een accu  overeenkomstig de minimale capaciteit van de oplader. Neem de aparte gebruiksaanwijzing van de oplader in acht. Accu's met onvoldoende capaciteit warmen bij het laden te sterk op.
  • Pagina 56: Elektroblok (Ebl 119)

    Elektrische installatie Elektroblok (EBL 119) Dek de ventilatieopeningen niet af. Gevaar voor oververhitting!  Afhankelijk van het model zijn niet altijd alle insteekplaatsen voor  zekeringen in gebruik. Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de  fabrikant. Afb. 73 Elektroblok (EBL 119) Netaansluitdoos 230 V~ Uitgang: Blok 1 - koelkast...
  • Pagina 57: Accuscheider

    Elektrische installatie Wanneer het elektroblok te sterk wordt belast, reduceert de ingebouwde oplader de laadstroom. Zo beschermt de oplader zich tegen oververhitting. Het elektroblok wordt bv. te sterk belast wanneer een lege woonruimteaccu wordt opgeladen, er andere elektrische verbruikers zijn ingeschakeld en er te hoge omgevingstemperaturen heersen.
  • Pagina 58: Accubewaking

    Elektrische installatie 9.3.3 Accubewaking Laad een ontladen woonruimteaccu zo snel mogelijk weer volledig  De accubewaking in het elektroblok bewaakt de spanning van de woonruimteaccu. Wanneer de accuspanning onder 10,5 V zakt, schakelt de accubewaking in het elektroblok alle 12 V-verbruikers uit. Maatregelen: Schakel alle elektrische verbruikers die niet strikt noodzakelijk zijn met de ...
  • Pagina 59: Bedieningspaneel Lt 104

    Elektrische installatie Bedieningspaneel LT 104 1 230 V-controlelamp; brandt bij aangesloten netvoeding (geel) 2 Controle-LED's (groen-groen-geel- rood); weergave van de accuspanning in vier stappen met spanningsaanduiding en waarschuwing voor diepontlading 3 Opvragen accuspanning woonruimteaccu 4 Waarschuwings-LED diepontlading 5 12 V-controlelamp (groen) bij ingeschakeld systeem 6 Hoofdschakelaar 12 V AAN/UIT Afb.
  • Pagina 60: Hoofdschakelaar

    Elektrische installatie 9.4.3 12 V-hoofdschakelaar De 12 V-hoofdschakelaar (Afb. 74,6) schakelt het bedieningspaneel en de 12 V-voeding van het woongedeelte aan en uit. Uitzondering: afhankelijk van het model blijven verwarming en reserve 4 bedrijfsklaar. Inschakelen: Raak de sensortoets (Afb. 74,6) aan: de 12 V-voeding van het ...
  • Pagina 61: Aansluiting

    Elektrische installatie 9.5.1 230 V-aansluiting De externe 230 V-voeding is met een aardlekschakelaar (30 mA)  afgezekerd. Wikkel kabelhaspels volledig af om oververhitting te voorkomen.  Voor aansluitpunten op campings (campingverdeelkasten) zijn gevoelige  aardlekschakelaars (30 mA) voorgeschreven. Het voertuig kan op een externe 230 V-voeding worden aangesloten. De kabel mag maximaal 25 m lang zijn.
  • Pagina 62: Zekeringen

    Elektrische installatie 9.6.2 12 V-zekeringen De verbruikers die in het woongedeelte op de 12 V-voeding zijn aangesloten, zijn met eigen zekeringen afgezekerd. De zekeringen zijn op verschillende montagelocaties in het voertuig toegankelijk. 1 onbeschadigd zekeringelement 2 onderbroken zekeringelement Afb. 76 12 V-zekering Een intacte 12 V-zekering is te herkennen aan het onbeschadigde zekeringelement (Afb.
  • Pagina 63: Zekering

    Elektrische installatie Afb. 79 Elektroblok (EBL 119) Pos. Functie Waarde/kleur Zekeringen op het Interne laadmodulevoor het opladen van de accu 20 A geel elektroblok EBL 119 Reserve 2 – 12 V-wandcontactdoos voor de koelbox 15 A blauw tussen de bestuurdersstoelen Reserve 5 –...
  • Pagina 64: Zekering Van De Gasafstandsschakelaar

    Elektrische installatie 9.6.4 Zekering van de gasafstandsschakelaar De zekering voor de gasafstandsschakelaar bevindt zich aan de rechterzijde in het keukenblok. Zekering vervangen Afb. 81 Kastdeur openen Afb. 82 Zekering vervangen Open de kastdeur (Afb. 81,1).  Vervang de zekering (Afb. 82,1) ...
  • Pagina 65: Inbouwapparatuur

    Inbouwapparatuur 10.1 Algemeen 10Inbouwapparatuur Uit veiligheidsoverwegingen moeten reserveonderdelen voor  verwarmingstoestellen overeenkomen met de gegevens van de fabrikant en door hem als reserveonderdeel zijn toegelaten. Deze reserveonderdelen mogen uitsluitend door de fabrikant van het toestel of een geautoriseerd garagebedrijf worden gemonteerd. Zie voor meer informatie de aparte gebruiksaanwijzing van de betreffende ...
  • Pagina 66: Bedieningspaneel Van De Dieselverwar

    Inbouwapparatuur 10.3 Bedieningspaneel van de dieselverwarming Zie voor verdere informatie de aparte gebruiksaanwijzing van de fabrikant.  Afb. 84 Bedieningspaneel Uw ingebouwde bedieningspaneel kan verschillen van de afbeelding.  Neem de bijgeleverde bedieningshandleiding in acht. De dieselverwarming wordt gestuurd vanuit het bedieningspaneel. De volgende functies zijn beschikbaar: Verwarmen ...
  • Pagina 67 Inbouwapparatuur Gebruik de glazen afdekking van het gaskooktoestel niet als kookruimte.  Sluit de afdekking van het gaskooktoestel niet terwijl het gaskooktoestel in  bedrijf is. Belast de afdekking van het gaskooktoestel niet wanneer het is gesloten.  Plaats geen hete pannen op de afdekking van het gaskooktoestel. ...
  • Pagina 68: Koelboxen (Optioneel)

    Inbouwapparatuur 10.5 Koelboxen (optioneel) Met ingebouwde voorste koelbox kunnen de stoelen niet worden gedraaid.  Wanneer de voorste stoelen moeten worden gedraaid, moet de voorste koelbox worden verwijderd. De voorste koelbox (Afb. 86) (optioneel) bevindt zich tussen de bestuurders- en de passagiersstoel. Deze wordt gevoed via het 12 V-boordnet. Optioneel kan daarnaast af fabriek een koelbox (Afb.
  • Pagina 69 Inbouwapparatuur Koelbox monteren Afb. 90 Koelbox monteren Afb. 91 Bevestigingsplaat Afb. 92 12 V-aansluiting onder de stoel Plaats de poten van de koelbox in de openingen (Afb. 91,1 en 2) van de  bevestigingsplaat (Afb. 91,3) en schuif de koelbox naar voren tot deze vastklikt (Afb.
  • Pagina 70: Sanitaire Inrichting

    Sanitaire inrichting 11.1 Watervoorziening, algemeen 11Sanitaire inrichting Vul de waterjerrycan uitsluitend met vers water.  Stilstaand water in de waterjerrycan of de waterleidingen wordt na korte  tijd ondrinkbaar. Spoel daarom voor ieder gebruik van het voertuig de waterleidingen en de waterjerrycan met enkele liters vers water grondig door.
  • Pagina 71: Afvalwaterjerrycan

    Sanitaire inrichting 11.3 Afvalwaterjerrycan Voeg bij gevaar voor bevriezing aan de afvalwaterjerrycan zoveel antivries  toe (bv. keukenzout), dat het afvalwater niet kan bevriezen. Giet nooit kokend water direct in de gootsteenafvoer. Kokend water kan  leiden tot vervormingen en lekkages van de waterafvoerbuizen. Ledig de afvalwaterjerrycan uitsluitend bij speciaal daarvoor bedoelde ...
  • Pagina 72: Waterinstallatie

    Sanitaire inrichting 11.4 Waterinstallatie De waterpomp wordt zonder water heet en kan daardoor beschadigen.  Gebruik de waterpomp nooit wanneer de waterjerrycan leeg is. Maak de complete waterinstallatie leeg wanneer het voertuig meerdere  dagen niet wordt gebruikt of bij gevaar voor bevriezing. Laat de waterkraan open staan.
  • Pagina 73: Onderhoud

    Onderhoud 12.1 Uitwendig onderhoud 12Onderhoud 12.1.1 Wassen met hogedrukreiniger Reinig de banden niet met een hogedrukreiniger. De banden kunnen  daardoor beschadigen. Spuit niet rechtstreeks met de hogedrukreiniger op applicaties op de  buitenzijde (striping). De applicaties kunnen daardoor loslaten. Neem voor het wassen van het voertuig met een hogedrukreiniger de gebruiksaanwijzing van de hogedrukreiniger in acht.
  • Pagina 74: Onderhoudshandleiding Voor Het Vouwdak

    Onderhoud Gebruik voor het reinigen van de waterinstallatie en bij het ontkalken van  de waterinstallatie geen azijn. Azijn kan afdichtingen en installatiedelen beschadigen. Gebruik voor het ontkalken een gangbaar ontkalkingsmiddel. Wees spaarzaam met water. Wrijf alle waterresten droog.  Voor informatie over het gebruik van onderhoudsmiddelen kunt u terecht ...
  • Pagina 75: Winteronderhoud

    Onderhoud 12.4 Winteronderhoud Zet bij gevaar voor bevriezing de verwarming altijd op ten minste 15 °C. Zet  de circulatieluchtventilator (indien voorzien) op automaat. Open bij extreme buitentemperaturen bovendien meubelluiken en meubeldeuren. De circulerende warme lucht kan bevriezing van bv. waterleidingen en condensvorming in de opbergruimten tegengaan.
  • Pagina 76 Onderhoud Activiteiten Uitgevoer Interieur Zet de kussens zo neer dat ze kunnen ventileren en dek ze af Reinig de koelbox Laat het deksel van de koelbox iets open staan Gasinstallatie Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles Sluit de gasafsluiter Verwijder altijd de gasfles uit de gaskast, ook wanneer deze leeg is Elektrische installatie Laad woonruimteaccu en startaccu volledig op ...
  • Pagina 77: Buitenbedrijfstelling Gedurende

    Onderhoud 12.5.2 Buitenbedrijfstelling gedurende de winter Bij buitenbedrijfstelling gedurende de winter moeten aanvullende maatregelen worden genomen: Activiteiten Uitgevoer Basisvoertuig Reinig carrosserie en onderzijde grondig en spuit deze in met hotwax of conserveer deze met een lakonderhoudsmiddel Vul de brandstoftank met winterdiesel Controleer de antivries in het koelwater Repareer lakschade Opbouw...
  • Pagina 78: De Winter

    Onderhoud 12.5.3 Inbedrijfstelling van het voertuig na tijdelijke buitenbedrijfstelling of na buitenbedrijfstelling gedurende de winter Werk voor inbedrijfstelling de checklist af: Activiteiten Uitgevoer Basisvoertuig Controleer de bandenspanning Controleer de bandenspanning van het reservewiel Opbouw Controleer de werking van deuren, ramen en het vouwdak Controleer de werking van alle buitensloten Gasinstallatie Plaats de gasfles in de gaskast, sjor deze vast en sluit deze aan op...
  • Pagina 79: Onderhoud

    Onderhoud 13.1 Wettelijke keuringen 13Onderhoud Voertuigen die in Duitsland zijn toegelaten moeten conform § 29 StVZO regelmatig een wettelijke keuring ondergaan (Hauptuntersuchung (HU) door TÜV of DEKRA; vergelijkbaar met de Nederlandse APK). Voor ander landen gelden de betreffende nationale voorschriften. Elke 2 jaar moet de gasinstallatie door een geautoriseerd garagebedrijf worden gekeurd.
  • Pagina 80: Vervangen Van Led-Lampen

    Onderhoud Neem de onderhoudsaanwijzingen van SCA in acht.  Controleer de dakschaal/het dakschaalmechanisme en zo nodig bijstellen.  13.4 Vervangen van LED-lampen Lampen en armaturen kunnen zeer heet worden. Laat daarom voor het  vervangen de lamp afkoelen. Lampen kunnen zeer heet worden. Wanneer een lamp is ingeschakeld, ...
  • Pagina 81: Typeplaat

    Onderhoud 13.6 Typeplaat Type Technisch toegelaten totale massa van het voertuig met aanhanger Chassisnummer Fabrikant van de opbouw EG-typekeurnummer Toegelaten aslast achterste as (bij tandem-as) Toegelaten aslast achter Toegelaten aslast voor Technisch toegelaten totale massa van het voertuig 10 Serienummer Afb.
  • Pagina 82: Storingen Zoeken

    Storingen zoeken 14.1 Elektrische installatie 14Storingen zoeken Gebruik voor het vervangen van de woonruimteaccu uitsluitend een accu  van hetzelfde type. Zie voor het vervangen van zekeringen hoofdstuk 9.  Storing Oorzaak Remedie De interieurverlichting LED-lichtbalk defect Vervang de LED-lichtbalk werkt niet Zekering op het Vervang de zekering op...
  • Pagina 83: Gasinstallatie

    Storingen zoeken Storing Oorzaak Remedie 12 V-voeding werkt niet 12 V-voeding Schakel de 12 V-voeding bij 230 V-bedrijf uitgeschakeld Accuscheider op Schakel de accuscheider elektroblok uitgeschakeld Laadmodule van het Neem contact op met de elektroblok defect klantenservice 230 V-zekeringautomaat Neem contact op met de geactiveerd klantenservice Platte jumbozekering (40...
  • Pagina 84: Kooktoestel

    Storingen zoeken Storing Oorzaak Remedie Geen gas Gasfles leeg Vervang de gasfles Gasafsluiter gesloten Open de gasafsluiter Hoofdafsluiter van de Open de hoofdafsluiter gasfles gesloten van de gasfles Buitentemperatuur te Wacht tot de laag (0 °C bij butaan) buitentemperatuur hoger Inbouwtoestel defect Neem contact op met de klantenservice...

Inhoudsopgave