4.4.1. CAN Bus netwerk topologie
De CAN-bus dient te worden gebruikt in een bus netwerk topologie. Gebruik geen ring-
of sternetwerk. De maximale CAN-buslengte is beperkt omdat de Li-ion accu een vaste
bitsnelheid heeft van 250 kbps.
Tabel 12 toont een overzicht van deze beperkingen.
Bitsnelheid
250 kbps
Tabel 12. CAN bus speed
4.4.2. Eindweerstanden
De CAN-bus vereist weerstanden op beide uiteinden van de bus. De USB-naar-CAN-interface
kan op een willekeurige plaats op de CAN-bus worden aangesloten.
Gebruik eindweerstanden aan de eindknopen om reflectie op de lijn te voorkomen. De
waarde van deze weerstand moet +/- 120 ohm zijn.
4.4.3. CAN bus-spanning
Vanwege de galvanische isolatie tussen het BMS en de CAN-interface van de Li-ion accu is
een externe voeding op de CAN-bus nodig.
De CAN-bus kan van stroom worden voorzien via Con 2 (I/O-Con 7) (figuur 16) of de CAN
voedingskabel (figuur 17).
Deze situatie kan zich voordoen wanneer een USB-naar-CAN-interface rechtstreeks wordt
aangesloten op de Li-ion accu (figuur 16).
1. Sluit Pin 1 van Con2 op de (+) pool van de Li-ion accu aan.
2. Sluit Pin 7 van Con2 op de (-) pool van de Li-ion accu aan.
24
Buslengte (L)
250 m
Max. lengte stub (S)
11 m
Gecumuleerde lengte
stub
55 m