4
Hieronder volgen enige algemene onderhoudsvoorschriften.
Heeft u verder nog vragen: neem dan contact op met uw dealer.
Dagelijkse inspectie
1. Controleer of de gashendel en startgasvergrendeling vanuit
het oogpunt van veiligheid goed werken.
2. Reinig het voorfilter.
3. Controleer de spanning van de aandrijfriem.
4. Controleer de conditie van de slijpschijf.
5. Controleer de conditie van de beschermkap.
6. Controleer de starter en het startkoord, en reinig de
luchtinlaat van de starter aan de buitenkant.
7. Controleer of alle schroeven en moeren aangehaald zijn.
8. Controleer of het kortsluitcontact werkt.
Wekelijkse inspectie
9. Controleer het hoofdfilter.
10. Controleer of de A/V-elementen niet beschadigd zijn.
11. Maak de bougie schoon. Controleer of de afstand tussen
de elektroden 0,5 mm bedraagt.
12. Maak de ventilatorschoepen op het vliegwiel schoon.
Controleer de starter en de terugstelveer.
13. Maak de koelribben op de cilinder schoon.
14. Controleer de geluiddemper. Maak het vonkenfilter van de
geluiddemper schoon of vervang dit.
15. Maak het carburateurhuis schoon.
ONDERHOUD
6
5
2
11
20
12
18 19
13
9
7
10
Maandelijkse inspectie
16. Controleer het koppelingscentrum, het aandrijfwiel en de
koppelingsveer op slijtage.
17. Reinig de carburateur uitwendig.
18. Controleer het brandstoffilter en de brandstofleiding en
vervang deze indien nodig.
19. Reinig de brandstoftank inwendig.
20. Controleer alle kabels en aansluitingen.
9
15 17
1
2
14
16
3
4
Nederlands –
21