4. PowerSensor™
4. PowerSensor™
Hoe werkt het?
• PowerSensor werkt volgens het principe
van de overdracht en ontvangst van
onschadelijke "infrarode" signalen om
de aanwezigheid van de gebruiker te
detecteren.
• Als de gebruiker zich voor de monitor
bevindt, werkt de monitor normaal, volgens
de door de gebruiker bepaalde instellingen
zoals helderheid, contrast, kleur enzovoort.
• Stel bijvoorbeeld dat de monitor is ingesteld
op 100 % helderheid, dan vermindert de
monitor het energiegebruik automatisch
tot 80 % zodra de gebruiker van zijn stoel
opstaat en niet meer voor de monitor zit.
Gebruiker zit voor
scherm
W
a
t t
Energiegebruik als hierboven beschreven is alleen ter referentie
Instelling
Default settings (standaardinstellingen)
PowerSensor is ontworpen om de aanwezigheid
van de gebruiker tussen 30 en 100 cm van het
scherm en binnen vijf graden links of rechts van
de monitor te detecteren.
Aangepaste instellingen
Als u liever buiten de hier genoemde grenzen
zit, moet u een hogere signaalsterkte kiezen
voor een optimale efficiëntie van de detectie.
Hoe hoger de instelling is, des te sterker het
detectiesignaal wordt. Voor maximale efficiëntie
en de juiste detectie van de PowerSensor moet
u rechtstreeks voor de monitor gaan zitten.
• Als u verder dan 100 cm van de
monitor wilt zitten, moet u het maximale
detectiesignaal voor afstanden tot 120 cm
gebruiken. (Instelling 4)
• Omdat sommige donker gekleurde kleding
de neiging heeft om infrarode signalen
te absorberen ook als de gebruiker zich
binnen 100 cm van het scherm bevindt,
moet u de signaalsterkte verhogen als u
zwarte of andere donkere kleding draagt.
4.
Gebruiker niet
aanwezig
W
a
t t
Sneltoets
Liggend/staand
De bovenstaande afbeeldingen zijn uitsluitend bedoeld als referentie.
De instellingen aanpassen
Als PowerSensor niet correct werkt binnen of
buiten het standaardbereik, kunt u het op de
volgende manier afstemmen:
• Pas de knop GEBRUIKER aan zodat deze
dienst doet als PowerSensor-sneltoets.
Raadpleeg de handleiding onder "Uw eigen
sleutelsectie "GEBRUIKER" aanpassen". (Ga
naar de volgende stap als uw display wordt
weergegeven met de sneltoets "Sensor").
• Druk op de sneltoets voor PowerSensor.
• De instelbalk verschijnt.
• Stel de instelling voor de detectie van
PowerSensor in op Setting/instelling 4 en
druk op OK.
• Test de nieuwe instelling om te zien of
PowerSensor u op de huidige plaats correct
detecteert.
• De functie PowerSensor is ontworpen om
alleen in de liggende (horizontale) stand te
werken. Nadat PowerSensor is ingeschakeld,
schakelt het zichzelf automatisch uit als de
monitor in de staande stand (90 graden/
verticale positie) gebruikt wordt. Het
schakelt zichzelf weer automatisch in als de
standaard horizontale stand hersteld wordt.
Opmerking
Een handmatig geselecteerde modus van
PowerSensor blijft actief, behalve wanneer deze
opnieuw wordt ingesteld of de standaardmodus
wordt teruggezet. Als u vindt dat de
PowerSensor te gevoelig is voor bewegingen in
de omgeving, moet u een lagere signaalsterkte
instellen.
24
Afstand tot sensor
3