Storing/Fout
Oorzaak
Op het wasgoed
• Het wasgoed was erg vet.
zitten vetrolletjes
Op het wasgoed
• U heeft waspoeder of
blijven vlekken.
• U heeft het verkeerde
Op het wasgoed
• Dit komt niet door slechte
blijven witte
waspoederresten
achter.
Overblijfselen
• De waterdruk in de toevoer
van wasmiddel in
het vak voor de
• Sommige waspoeders
hoofdwas.
Resten van
• Onjuist aangebracht of
wasverzachter
blijven achter in
het vak voor de
wasverzachter.
Onaangename geur
• Resten weefsel, wasmiddel
in de trommel van
de wasmachine.
• Ontwikkeling van microben
De machine
• Onjuist afgestelde pootjes.
verplaatst zich
tijdens de werking.
• De transportbeveiliging is
De machine
• Ongelijk verdeeld of te
beweegt bij het
centrifugeren.
Luidruchtige
• Pompfilter is verstopt.
afvoerpomp
• Het huis van het filter en het
een vloeibaar wasmiddel
gebruikt zonder
bleekmiddel.
programma gekozen.
spoelwerking van uw
wasmachine, maar
door wasmiddel zonder
fosfaten, die in water
oplosbare bestanddelen
(zeolieten) bevatten voor
waterontharding. Deze
bestanddelen zetten zich af
op het wasgoed.
is niet hoog genoeg.
hechten zich sterk aan de
bak als deze vochtig is.
verstopt dekseltje van de
dop.
en wasverzachter in het
filter.
en bacteriën.
niet verwijderd.
weinig wasgoed.
propellertje van de pomp
zijn verstopt.
Wat te doen...?
• Was het wasgoed opnieuw. Wanneer uw wasgoed
sterk vervuild is, voeg dan meer waspoeder toe of
gebruik een vloeibaar wasmiddel in combinatie met
een krachtiger (langer) programma.
• Gebruik een wasmiddel met bleekmiddel.
• Gebruik een vlekkenverwijderingsmiddel.
• Spoel de was meteen nog een keer.
• Gebruik een vloeibaar wasmiddel zonder zeolieten.
• Probeer de resten te verwijderen met een borstel.
• Reinig het filtertje in de toevoerleiding.
• Kies een Hoger waterniveau of een Extra spoeling
(zie "STAP 6: Keuze programma instelling").
• Maak voor de dosering van het waspoeder de
doseerbak droog.
• Controleer of het dekseltje van de dop juist op het
vak van de wasverzachter is aangebracht.
• Reinig het dekseltje van de dop (zie hoofdstuk
"REINIGING EN ONDERHOUD / Reiniging
doseerbak").
• Controleer of het filter schoon is.
• Kies het zelfreinigingsprogramma (Zie "STAP 5: Kies
programma").
• Stel de pootjes af (zie hoofdstuk "OPSTELLING EN
AANSLUITING / Afstelling van de pootjes").
• Verwijder de transportbeveiliging (zie hoofdstuk
"VOOR HET EERSTE GEBRUIK VAN DE MACHINE
/ Transportbeveiliging").
• De wasmachine zal automatisch het toerental
verlagen als de vibraties te sterk worden.
• Vergroot de hoeveelheid was in de machine en start
het programma opnieuw (zie "STAP 7: BEGINNEN
MET WASSEN / Toevoegen of uitnemen van de was
tijdens het wasprogramma".
• Controleer of het pompfilter schoon is.
• Controleer of het filterhuis schoon is
(zie hoofdstuk »REINIGING EN
ONDERHOUD/ Reiniging van het filter).
47