6
Verdere gebruiksmogelijkheden
De 16 bezettoestanden van de SLX816 kunnen via een SLX808 functiedecoder op een rijtableau
worden weergegeven.
Met op dezelfde adressen geprogrammeerde functiedecoder SLX808 en bezetmelder SLX816 of
SLX818 kan automatisch blokbewaking ingesteld worden. Met de functiedecoder SLX808 worden
diode-stopblokken door relais geschakeld, terwijl de SLX816 of SLX818 de blokken bewaken.
Als men bijvoorbeeld een blok op adres 60 uitgang 1 geeft en schakelt het seinblok ervoor met de
functiedecoder eveneens op adres 60 uitgang 1, dan is het stopblok geactiveerd, zodra het blok door
een lok bezet is gemeld. Zodra de lok het blok verlaat, geeft de functiedecoder op hetzelfde adres
het stopblok vrij. Naast relais kunnen natuurlijk ook seinen met schakelcontacten gebruikt worden.
Parallel schakelen van seinen en relais in uiteraard ook mogelijk.
7
Bedradingsadvies
De stroomtoevoer naar de bezetmelder kan met een kabeldoorsnede tot 0,75 mm² gebeuren. Voor de
toevoer naar de blokken is geen grotere doorsnede nodig, omdat de maximale stroom per blok be-
grensd is door een geïntegreerde PTC op 1A. De blokken kunnen daardoor toe met een doorsnede
van 0,14 mm².
Voor een gelijkmatige overgang van een onbewaakt blok naar een bewaakt blok is het aanbevolen
beide op dezelfde wijze van voeding te voorzien.