18 | Servicemenu
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Module pomp NEE: de solarpomp wordt niet modulerend
aangestuurd.
PWM: de solarpomp wordt modulerend via
een PWM-signaal aangestuurd.
0-10V: de solarpomp wordt modulerend via
een analoog 0-10V signaal aangestuurd.
Match-Flow
Uit: snelle collectorlading door Vario-Match-
Flow uitgeschakeld.
35 ... 60 °C: inschakeltemperatuur voor Va-
rio-Match-Flow (alleen met toerentalrege-
ling).
Leidingfunct.
UIT: functie vacuümbuiscollectoren uitge-
schakeld.
AAN: om de 15 minuten wordt de pomp voor
5 seconden geactiveerd.
ΔT aan
6 ... 10 ... 20 K: temperatuurverschil collec-
tor met boiler (voor het inschakelen van de
solarpomp).
ΔT uit
3 ... 5 ... 17 K: temperatuurverschil collector
met boiler (voor het uitschakelen van de so-
larpomp).
Collector max 100 ... 120 ... 140 °C: bij overschrijden van
de maximale collectortemperatuur is de
pomp uit.
Desinf. modus UIT: geen desinfectiebedrijf voor de solarboi-
ler.
AAN: desinfectiebedrijf voor de solarboiler
instellen.
Solar starten
NEE: voor onderhoudsdoeleinden kan de so-
larinstallatie met deze functie worden uitge-
schakeld.
JA: pas na vrijgave van deze functie start de
solarinstallatie.
Reset opbre.
NEE: de solaropbrengstmeter wordt niet ge-
reset.
JA: de solaropbrengstmeter wordt op nul ge-
reset.
NEE: actuele instellingen van de solarpara-
Reset solar
meters blijven behouden.
JA: alle solarparameters worden op de basis-
instelling teruggezet.
Tabel 10 Instellingen in het menu solar
6720842374 (2015/11)
4.5
Menu info
In dit menu worden instellingen en meetwaarden van de cv-in-
stallatie weergegeven. Wijzigingen zijn niet mogelijk.
Menupunt
Mogelijke waarden: beschrijving
Buitentemp.
– 40 ... 50 °C: de actueel gemeten buiten-
(
)
temperatuur is alleen beschikbaar, wanneer
een buitentemperatuursensor is geïnstal-
leerd.
Bedr.toestel
AAN: brander in bedrijf
Uit: brander niet in bedrijf
Aanv.setp.tst
20 ... 90 °C: op de warmteproducent beno-
digde aanvoertemperatuur (gewenste tem-
peratuur)
Aanv.act.tst
20 ... 90 °C: op de warmteproducent geme-
ten aanvoertemperatuur (gemeten tempe-
ratuur)
Max.aanv.tst
35 ... 90 °C: op de warmteproducent inge-
stelde maximale aanvoertemperatuur
Verdelertemp. 20 ... 90 °C: actuele cv-watertemperatuur in
de evenwichtsfles
Bedrijf CV
UIT: geen bedrijf | Verw: cv-bedrijf actief |
Sparen: nachtbedrijf actief | Zomer: zomer-
bedrijf actief | Handm.: manueel bedrijf ac-
tief
Actuele modus in het toegekende cv-circuit.
Aanv.setp.CV
20 ... 90 °C: benodigde aanvoertempera-
tuur in het toegekende cv-circuit
1)
Aanv.act.CV
20 ... 90 °C: gemeten aanvoertemperatuur
in het toegekende cv-circuit
1)
Mengklepst.
0 ... 100 %: mengerpositie in gemengd cv-
circuit (bijv. 30 % geopend)
RuimtetempSet UIT: verwarming uitgeschakeld, bijvoor-
beeld in de zomer
5,0 ... 30,0 °C: gewenste kamertempera-
tuur:
Rmt.temp.act. 5,0 ... 30,0 °C: gemeten kamertemperatuur
Bedrijf WW
AAN: warmwaterbereiding actief
UIT: warmwaterbereiding niet actief
WW-temp. set. 15 ... 80 °C: gewenste warmwatertempera-
tuur
WW-temp.act
15 ... 80 °C: gemeten warmwatertempera-
tuur
CR 100 RF | CW 100 RF