Instellingen
Applicatiebeheer
De applicaties op het apparaat weergeven en beheren.
Locatie
U kunt instellingen wijzigen voor machtigingen voor locatiegegevens.
• S tand: een methode voor het verzamelen van uw locatiegegevens selecteren.
• R ECENTE LOCATIEVERZOEKEN: hier kunt u zien welke applicaties u om uw huidige locatie-
informatie vragen en wat het batterijverbruik is.
• L OCATIESERVICES: hier kunt u zien welke locatieservices uw apparaat gebruikt.
Beveiliging
Instellingen wijzigen voor het beveiligen van het apparaat en de SIM- of USIM-kaart.
• A pparaat coderen: een wachtwoord instellen voor versleuteling van gegevens die op het
apparaat zijn opgeslagen. Elke keer als u het apparaat aanzet, moet u dit wachtwoord ingeven.
Laad eerst de batterij op voordat u deze instelling activeert. Versleuteling van uw gegevens
kan meer dan een uur duren.
• E xterne SD-kaart coderen: instellen dat het apparaat bestanden op een geheugenkaart
codeert.
Als u met deze instelling ingeschakeld besluit tot resetten van de standaardwaarden, zal het
apparaat de versleutelde bestanden niet meer kunnen lezen. Schakel deze instelling dus
altijd uit voordat u het apparaat reset.
• E xterne besturingselementen: instellen dat het apparaat via internet (op afstand) controle
heeft over uw kwijtgeraakte of gestolen apparaat. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u zich
inloggen bij uw Samsung-account.
– ACCOUNTREGISTRATIE: uw Samsung-account toevoegen of weergeven.
– Draadloze netwerken gebruiken: instellen dat het apparaat locatiegegevens mag
verzamelen of de locatie van uw kwijtgeraakte of gestolen apparaat mag bepalen via Wi-Fi of
een mobiel netwerk.
91