Instructies Voor de Gebruiker
herkennen en de wasparameters automatisch aanpassen.
(1)
Gemiddeld verbruik bij een regeling van de ontharder op niveau 2.
(2)
De duur van de cyclus en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de
temperatuur van het water en de omgeving en van het type en de hoeveelheid vaat.
De programma's ULTRA CLEAN en ULTRA CLEAN QUICK eindigen met een toegevoegde
antibacteriële spoelbeurt die een verdere vermindering van het aantal bacteriën zal garanderen.
3.3 Wasprogramma's
De vaatwasser is uitgerust met een bedieningspaneel en een
INFORMATIEDISPLAY (10) waarmee alla handelingen noodzakelijk
voor het inschakelen, uitschakelen en de programmering kunnen worden
uitgevoerd.
Alvorens
controleren of:
•
de waterkraan geopend is;
•
er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
•
er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
•
de korven op de juiste wijze zijn beladen;
•
de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
•
de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
INSCHAKELEN
Met de ON/OFF (1) drukknop schakelt u de vaatwasser in en gaat het
controlelampje (8) branden. Ongeveer 3 seconden na deze handeling
zal op de DISPLAY (10) een melding verschijnen afhankelijk van de
staat van de vaatwasser.
PROGRAMMERING
Op dit model vaatwasser zijn alle programmeringshandelingen slechts
mogelijk bij een gesloten deur. Bij een geopende deur verschijnen de
DISPLAY (10) symbolen -- en blijven de CONTROLELAMPJES (9) voor
een
wasprogramma
te
starten
moet
u
11