5 | Inspectie en onderhoud
4.3
Instellingen
Aan de hand van de functie helderheid wordt de bedieningslo-
gica uitgelegd. Deze is ook van toepassing op andere functies.
Afb. 5 Instelmenu
Instellingen opvragen:
1.
Symbool instellingen aantikken.
– Het instelmenu wordt weergegeven.
2.
Tik op (symbool:
) of (symbool:
lende pagina's te bladeren.
3.
Tik op helderheid. Het instelvenster voor deze functie wordt
geopend.
Afb. 6 Helderheid_instellen
4.
Tik op (symbool:
) om de helderheid te verlagen of op
(symbool:
) om de helderheid te verhogen.
– Het symbool (symbool:
5.
Tik op de gewenste helderheid om de helderheid vast te
leggen.
6.
Met het symbool terug (symbool: ) gaat u een niveau om-
hoog.
– De geselecteerde instellingen worden daarbij overgeno-
men.
7.
Met het symbool startscherm (symbool:
naar het startscherm.
– De geselecteerde instellingen worden daarbij overgeno-
men.
6 / 12
) om tussen de verschil-
) geeft de huidige selectie aan.
) gaat u terug
4.4
Instelmenu
Tik in het startscherm op het symbool instellingen om het instel-
menu op te roepen.
Het instelmenu wordt weergegeven. De beschikbare functies
zijn:
4.4.1
Helderheid
Past de helderheid van het scherm aan het omgevingslicht aan.
4.4.2
Taal
Stelt de taal in.
4.4.3
Kleur
Aanpassen van de achtergrondkleur.
4.4.4
Stand-by
4.4.5
Toetstoon
Stelt in of het bedieningselement geluid maakt als u het scherm
aanraakt.
4.4.6
°C / °F
Stelt de temperatuurweergave in Celsius (°C) of graden Fahren-
heit (°F) in.
4.4.7
Reinigen
Schakelt de touchscreenfuncties 30 seconden uit, zodat u het
scherm kunt reinigen zonder de instellingen per ongeluk aan te
passen.
5
Inspectie en onderhoud
Het wordt aanbevolen om regelmatig een serie routinecontroles
uit te voeren om ervoor te zorgen dat het systeem lang functio-
neert en zijn capaciteit behoudt.
Minstens 1 keer per maand moet de werking van het airconditi-
oningsysteem gecontroleerd worden. Hiervoor moet het sys-
teem worden ingeschakeld en minstens 10 minuten werken.
5.1
Zeewatercircuit
De werking van het zeewatercircuit moet altijd gecontroleerd
worden, vooral na langere afwezigheid.
l Controleer direct na elk inschakelen van het airconditio-
ningsysteem, of er zeewater uit de zeewateruitlaat stroomt.
De minimale doorstroomsnelheden moeten in acht worden
genomen.
l Schakel het airconditioningsysteem direct uit als er na het
starten van de compressor geen zeewater naar buiten
stroomt.
l Controleer het zeewaterfilter minstens 1 keer per week op
verontreinigingen. Reinig het filter eventueel.
l Controleer minstens 1 keer per maand het totale zeewater-
circuit van huiddoorvoer tot zeewateruitlaat op lekkage.
l 1 keer per jaar moet het zeewatercircuit inclusief condensor
van de chillereenheid gereinigd worden. Het tijdsinterval
hangt af van de mate van biologische begroeiing (door
schelpen enz.).
l Een vervuiling van het zeewatercircuit reduceert de zeewa-
terdoorstroming. Dit vermindert de warmteafvoer en kan
leiden tot verminderde werking en hogedrukuitschakelin-
gen. Een te lage zeewaterdoorstroming wordt door middel
van een kleur op het display aangeduid.
l Bij een vervuiling van de condensor neemt bovendien het
koel- resp. verwarmingsvermogen van het systeem af.
l Het reinigen van het zeewatercircuit mag alleen door een
vakman (installateur of Webasto servicecenter) worden uit-
gevoerd.
3317878A OI BlueCool V-PRO