Als het scherm aan is:
l Tik op het groene/grijze veld
– De kleur van het AAN/UIT-symbool geeft de bedrijfssta-
tus weer van de BlueCool (groen = ingeschakeld).
4.2.4
Bedrijf
Na het inschakelen neemt de regeling het stapsgewijze opstar-
ten van alle V-PRO eenheden in het systeem in de gekozen be-
drijfsmodus over.
De kleur van de balk aan de onderkant van het scherm geeft de
bedrijfsmodus aan. Deze is:
l Blauw in koelmodus.
l Rood in verwarmingsmodus.
4.2.5
Bedrijfsmodus selecteren
Met de toets bedrijfsmodus (6) kan de bedrijfsmodus worden
ingesteld.
Het volgende kan gekozen worden:
l COOL (koelmodus)
l HEAT (verwarmingsmodus)
l HEAT AUX (verwarmingsmodus in combinatie met extern
verwarmingsapparaat)
AANWIJZING
Als in het lopende bedrijf een andere bedrijfsmodus
wordt gekozen, wordt het gehele systeem eerst uitge-
schakeld, waarna het dan opnieuw opstart in de geko-
zen bedrijfsmodus. Deze procedure kan afhankelijk van
de bedrijfstoestand meerdere minuten duren.
4.2.6
ECO-modus selecteren
Met de toets ECO-modus (5) kan de energiebesparingsmodus
worden geactiveerd. De stroomopname van alle verbonden sys-
temen wordt beperkt. Er zijn 3 verschillende ECO-modi moge-
lijk.
Het volgende kan gekozen worden:
l ECO Off (100% nominale stroom)
l ECO 1 (ca. 70% van de nominale stroom)
l ECO 2 (ca. 50% van de nominale stroom)
l ECO 3 (ca. 35% van de nominale stroom)
4.2.7
Weergave van het startscherm
De V-PRO eenheid toont standaard de bedrijfsparameters van
het aangesloten systeem. Bij gebruik van meerdere V-PRO een-
heden in een samengesteld systeem kan de ook informatie van
andere verbonden V-PRO eenheden worden weergegeven.
Met de pijltjestoetsen in de bovenste statusbalk (Afb. 2, pos.2)
kan de weergave worden gewisseld.
Het nummer van de V-PRO eenheid waarop het MyTouch-dis-
play is aangesloten, wordt in de bovenste statusbalk blauw
weergegeven. Bij een wissel naar de weergave van een andere
V-PRO eenheid, wisselt de blauwe aanduiding naar het nummer
van het betreffende systeem. Het systeem waarop het My-
Touch-display is aangesloten, wordt dan met een blauwe rand
weergegeven.
AANWIJZING
Als wordt gekozen voor een zwarte achtergond, krijgt
het nummer van de verbonden V-PRO eenheid een wit-
te rand. Het nummer van het startscherm van een an-
dere weergegeven V-PRO eenheid wordt weergegeven
met een witte opvulling.
Pompstatus
De bedrijfsmodus van de zeewaterpomp (SW) en de koudwater-
pomp (CW) wordt in de weergavebalk aan de onderkant van
het beeldscherm weergegeven.
3317878A OI BlueCool V-PRO
l Groen = Geen maatregelen noodzakelijk.
l Geel = Doorstroming mogelijk niet voldoende, controle uit-
voeren.
l Rood = De doorstroming is niet voldoende voor een volle-
dig koelvermogen. Directe controle noodzakelijk. (Zie hier-
voor hoofdstuk 5.1, "Zeewatercircuit " op pagina 6 en
hoofdstuk 5.2, "Koudwatercircuit" op pagina 7)
Systeemweergave
Naast de bedrijfsparameters van de afzonderlijke V-PRO eenhe-
den kan de systeemweergave S worden opgeroepen. Daar wor-
den systeemrelevante parameters weergegeven die voor alle
aangesloten V-PRO eenheden gelden.
Afb. 3 Systeemweergave pagina 1
Afb. 4 Systeemweergave pagina 2
Als er een aanvullende V-PRO Master Control Box of een V-PRO
Remote Connection Box is aangesloten, dan wordt de letter S
aanvullend aan deze box toegewezen.
Rustbeeldscherm
Afzonderlijke parameters kunnen ook in een rustbeeldscherm
constant worden weergegeven. Deze kunnen in het menu in-
stellingen worden geselecteerd.
Meer informatie vindt u in hoofdstuk 4.4.4, "Stand-by" op pagi-
na 6.
Bediening | 4
5 / 12