5. Controleer de afdrukinstellingen.
Configureer items, zoals Papierformaat (Paper Size), Feed van (Feed from) en Mediumtype
(Media Type) in het pop-upmenu Media en kwaliteit (Media & Quality).
Belangrijk
• Er kan een fout optreden als het papierformaat/type in het afdrukdialoogvenster verschilt van
het papierformaat/type dat is ingesteld op de printer. Selecteer de juiste items in het
afdrukdialoogvenster en op de printer die overeenkomen met het papier dat wordt afgedrukt.
• Als u afdrukt op A4, A5, JIS B5 of US Letter, stelt u de gewenste feedpositie Hoofdlade (Main
Tray) of Achterste lade (Rear Tray) in bij Feed van (Feed from) in het dialoogvenster
Afdrukken. Als Automatisch selecteren (Auto Select) is geselecteerd bij Feed van (Feed
from), hangt de feedpositie af van Mediumtype (Media Type). Als Mediumtype (Media Type)
is ingesteld op normaal papier, wordt het ingevoerd vanuit de cassette (hoofdlade). Als dit is
ingesteld op andere papiersoorten, wordt het ingevoerd vanuit de achterste lade.
• Als u speciaal papier afdrukt, zoals fotopapier dat niet aan beide kanten kan worden afgedrukt,
schakelt u het selectievakje Dubbelzijdig (Two-Sided) uit.
Opmerking
• Gebruik het dialoogvenster Afdrukken om algemene afdrukinstellingen te configureren, zoals de
indeling en afdrukvolgorde.
Raadpleeg Mac OS Help voor informatie over afdrukinstellingen.
6. Klik op Druk af (Print).
Wanneer u afdrukt, gebruikt de printer de opgegeven instellingen.
Opmerking
• Het kan enkele minuten duren voordat de draadloze LAN verbonden is nadat de printer is
ingeschakeld. Controleer of de printer is verbonden met het netwerk en druk vervolgens af.
• U kunt AirPrint niet gebruiken als Bonjour-instellingen van de printer zijn uitgeschakeld. Controleer de
LAN-instellingen van de printer en schakel Bonjour-instellingen in.
• Raadpleeg 'Kan niet afdrukken met AirPrint' voor afdrukproblemen wanneer u met AirPrint afdrukt.
209