3.3.7
Signaalversterker monteren
3.4
Inbedrijfstelling
3.4.1
Voorwaarden voor de inbedrijfstelling
Uitbreidingsfase 1 – Regeling via vermogenstrap
Uitbreidingsfase 2 – Regeling met kamerthermostaat
Uitbreidingsfase 3 – Bediening van een basisunit in het Wi-Fi-netwerk
Fonterra Smart Control
GEVAAR!
Gevaar voor elektrische schokken door 230
V-spanning
Voor het aansluiten van de netvoeding het stroomcir‐
n
cuit spanningsloos schakelen.
Montageaanwijzingen:
Voor signaalversterkers is een 230 V-netaansluiting nodig.
n
Gebruik slechts één signaalversterker in een radioverbinding.
n
Controleer voor de eindmontage van de signaalversterker aan de
n
wand de signaalsterkte van de draadloze verbinding. Zie ook
Ä Hoofdstuk 3.4.6 "Functies controleren" op pagina 77
▶
Voer de installatie en de netaansluiting uit zoals bij de kamerthermo‐
staat, zie
Ä Hoofdstuk 3.3.6 "Kamerthermostaat monteren"
op pagina 47.
Voor de inbedrijfstelling moeten voor elk van de vier uitbreidingsfases
bepaalde voorwaarden worden gecreëerd:
Alle doorstroommeters van de verwarmingsgroepenverdelers zijn
n
volledig geopend.
De stekkerverbindingen zijn gemaakt voor basisunit, actormodules,
n
stelaandrijvingen, aanvoersensor.
De stroomvoorziening voor de basisunit is voorbereid.
n
Aanvullend bij uitbreidingsfase 1:
Stroomvoorzieningen voor de kamerthermostaten zijn voorbereid
n
(batterijen of netvoedingen).
Optioneel: er is een signaalversterker gemonteerd.
n
Voor de inbedrijfstelling van de software is een computer
of tablet vereist, een smartphone is niet voldoende.
Aanvullend bij uitbreidingsfase 2:
Een Wi-Fi-module is met de basisunit verbonden.
n
Een Wi-Fi-compatibel eindapparaat is bedrijfsklaar.
n
Gebruik
53