Verwijderen
van/onderhoud plegen
aan de inlaatventielfitting
Deze apparatuur blijft onder druk staan totdat deze
handmatig wordt ontlast. Om ernstig letsel veroorzaakt
door vloeistof onder druk te voorkomen, zoals injectie door
de huid, opspattende vloeistof en bewegende onderdelen,
dient u de Drukontlastingsprocedure te volgen wanneer
u stopt met spuiten en voordat u de apparatuur reinigt,
controleert of er onderhoud aan pleegt.
Verplaats de verfspuit naar een ongevaarlijke plaats voor
u hem bedient.
1.
Vergrendel de trekker en draai het vul-/spuitventiel
OMHOOG om de druk af te voeren.
ti18912a
2.
Verwijder het vloeistofreservoir en de flexibele
aanzuigbuis en haal de stekker uit het stopcontact.
ti18930a
KENNISGEVING
Zorg, wanneer u de flexibele aanzuigbuis van de
verfspuit verwijdert, dat u direct aan de bovenste fitting
van de flexibele aanzuigbuis trekt. De flexibele
aanzuigbuis zal beschadigd raken als u aan het onderste
of het flexibele deel trekt.
3.
Houd de verfspuit ondersteboven en gebruik een
sleutel om de inlaatventielfitting, het inlaatventiel en de
veer los te draaien en te verwijderen.
OPMERKING: zorg ervoor dat de veer ook naar buiten
komt. Gebruik, indien nodig, een punttang om de veer
te verwijderen. De inlaatholte moet volledig leeg zijn
(zoals hieronder afgebeeld).
22
ti16700a
ti15505b
Verwijderen van/onderhoud plegen aan de inlaatventielfitting
4.
Verwijder zoveel mogelijk vloeistofresten uit de
inlaatholte. Zorg dat u ook de veer (a), het inlaatventiel
(b), de O-ring (c) en de bovenkant van de
inlaatventielfitting (d) reinigt.
5.
Gebruik een draad die dunner is dan 1,59 mm
(zoals een paperclip) om te controleren of de
uitlaatventielfitting vrij beweegt. Als het ventiel niet vrij
beweegt, ga dan over tot Reparatie
uitlaatventielfitting, pagina 23.
Installatie
OPMERKING: controleer vóór de installatie of de O-ring
(c) op de schotelklep (b) is aangebracht. U kunt ook een
punttang gebruiken om onderdeel A-C te installeren.
1.
Plaats de schotelklep (b) met de veer (a) op de
bovenkant van de inlaatventielfitting (d). Duw de
inlaatfitting in de pompholte.
a
b
c
d
2.
Houd de inlaat op zijn plaats en draai de verfspuit
ondersteboven. Verwijder de inlaatventielfitting en kijk
of het inlaatventiel correct op zijn plaats zit.
3.
Vervang de inlaatfitting en gebruik een sleutel om deze
aan te draaien tot 14 N•m (10 ft-lb).
KENNISGEVING
Draai de inlaatventielfitting NIET te strak aan. Anders zal
het apparaat worden beschadigd.
4.
Gebruik een potlood of een dun staafje om lichtjes op
het inlaatventiel te drukken, om te kijken of het vrij op
en neer beweegt. Voer de procedure Met een nieuwe
verfklus beginnen uit, pagina 11.
ti18929a
ti15502b
ti15500a
ti15537b
3A2722A