6
Kies de juiste standplaats:
Sensor in de grond planten:
8
0
4
4
ß
1. Druk op het lipje
P
2. Verwijder de batterijhouder
3. Plaats de batterijen in de batterijhouder
de juiste polariteit
4. Schuif de batterijhouder
5. Sluit het deksel
5
7
Juiste standplaats:
De sensor moet op een plaats in de besproeiingszone worden
gezet waar deze aan dezelfde klimatologische omstandigheden
(zon, wind, regen, enz.) is blootgesteld als de planten waarvan
de toestand moet worden weergegeven.
Verkeerde standplaats:
De sensor mag niet door aangrenzende planten worden afgedekt.
Voorkom dat de sensor in de schaduw staat.
Om verkeerde reactieresultaten uit te sluiten die ontstaan door
opgestuwd water, mag de sensor niet in laaggelegen gedeelten
worden geplaatst.
De sensor mag niet in zones worden geplaatst, die door een
grasmaaier worden gemaaid.
In direct zonlicht kan de gemeten omgevingstemperatuur verschillen
van de werkelijke temperatuur.
LET OP!
De sensorpunt van de meetvoeler meet de vochtig
heid van de grond alleen op de juiste wijze, wanneer
alle vlakken van de sensorpunt door de grond worden
geraakt! Er mag zich geen ingesloten lucht rond de
sensorpunt in de grond bevinden.
1. Schep de grond
2. Maak de uitgeschepte grond
3. Wanneer de grond te droog is, moet deze worden bevochtigd.
4. Vul de trechter weer losjes op met de losgemaakte, vochtige
(8)
grond
5. Dompel de volledige sensorpunt
6. Steek de sensor tot aan de bovenkant van de meetvoeler
losgemaakte grond
Daarbij moet de sensorpunt
met de vochtige grond.
7. Druk de grond
De sensor mag niet los in de grond zitten.
8. Giet rond de directe omgeving van de sensor ca. 1 liter water.
Afhankelijk van de grondsoort kan het wel enkele uren duren
voordat de sensor de werkelijke vochtigheid van de grond
registreert.
TIP: sluit het GARDENA MicroDripSystem aan:
Om ervoor te zorgen dat de verspreide hoeveelheid water bij
gebruik van het GARDENA MicroDripSystem door de sensor
punt wordt geregistreerd, moet er een druppelaar direct boven
de meetvoeler worden aangebracht.
(5)
en klap het deksel
(7)
.
ß
.
P
(7)
terug in de sensor.
(6)
.
(8)
er trechtervormig ten minste 12 cm diep uit.
(8)
.
(8)
.
(4)
aan alle kanten in contact komen
(8)
rond de meetvoeler
(6)
open.
(7)
. Let daarbij op
los en verwijder eventuele stenen.
(4)
in water (het vilt moet nat zijn).
(10)
licht aan.
(10)
in de