8 Opsporen en verhelpen van storingen
INFORMATIE
Er wordt geadviseerd periodiek onderhoud door een
specialist te laten uitvoeren. Neem contact op met uw
dealer voor gespecialiseerd onderhoud. De klant staat in
voor de onderhoudskosten.
In sommige bedrijfsomstandigheden kan de binnenkant
van de unit na enkele seizoenen vuil worden. Dit leidt tot
slechte prestaties.
8
Opsporen en verhelpen van
storingen
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw verdeler.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding UIT als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
Storing
Als een beveiliging zoals een zekering,
onderbreker of aardlekschakelaar vaak
in werking treedt, of als de AAN/UIT-
schakelaar NIET goed werkt.
Als water uit de unit lekt.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET goed. Schakel de voeding UIT.
Als het unitnummer op het display van
de gebruikersinterface staat, het
bedrijfslampje knippert en de
storingscode wordt aangegeven.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor
vermelde gevallen, en geen van de vermelde storingen van
toepassing is, volg dan de volgende procedures om na te gaan wat
er misloopt.
INFORMATIE
Zie de uitgebreide handleiding op
voor meer tips voor het oplossen van problemen. Zoek je
model met behulp van de zoekfunctie
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle
bovenstaande punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef
hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met
indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum
(mogelijk vermeld op de garantiekaart).
8.1
Symptomen die geen storingen
van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
8.1.1
Symptoom: U hoort een geluid zoals
stromend water
▪ Dit geluid wordt veroorzaakt door het stromend koelmiddel in de
unit.
▪ Dit geluid kan worden geproduceerd wanneer bij het koelen of
drogen water wegstroomt van de unit.
Gebruiksaanwijzing
14
Maatregel
Schakel de hoofdvoeding
UIT.
Stop de werking.
Verwittig uw installateur
en geef hem de
storingscode door.
https://www.daikin.eu
.
8.1.2
Symptoom: U hoort een blaasgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de koelmiddelstroom van
richting verandert (bijv. bij het omschakelen van koelen naar
verwarmen).
8.1.3
Symptoom: U hoort een tikgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de unit een beetje uitzet of
samentrekt door temperatuurveranderingen.
8.1.4
Symptoom: U hoort een fluitgeluid
Dit geluid wordt veroorzaakt door het stromend koelmiddel tijdens
het ontdooien.
8.1.5
Symptoom: U hoort een klikgeluid terwijl
de unit werkt of stilstaat
Dit geluid wordt veroorzaakt door de werking van de regelkleppen
van het koelmiddel of de elektrische onderdelen.
8.1.6
Symptoom: U hoort een klapgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer een extern toestel lucht uit
de kamer haalt (bijv. een afzuigventilator, een dampkap) en de
deuren en ramen van de kamer gesloten zijn. Open de deuren of
ramen, of schakel het toestel uit.
8.1.7
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit)
▪ Bij een hoge vochtigheidsgraad tijdens koelen (op vettige of
stoffige plaatsen). Als de binnenkant van een binnenunit extreem
vuil is, zal de temperatuurverdeling in de kamer ongelijk zijn.
Daarom is het nodig om de binnenkant van de binnenunit schoon
te maken. Vraag aan uw dealer meer informatie over het
schoonmaken van de unit. Dit is het werk van een erkend
servicetechnicus.
▪ Wanneer de airconditioner na het ontdooien wordt omgeschakeld
op verwarmen. Het vocht dat bij ontdooien werd geproduceerd,
wordt in stoom omgezet en komt vrij.
8.1.8
Symptoom: De units geven een geur af
De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten,
enz., en die dan weer afgeven.
8.1.9
Symptoom: De ventilator van de
buitenunit draait terwijl de airconditioner
niet wordt gebruikt
▪ Nadat de unit is gestopt. De ventilator van de buitenunit blijft nog
30 seconden draaien om het systeem te beveiligen.
▪ Terwijl de airconditioner niet wordt gebruikt. Bij een heel hoge
buitentemperatuur begint de ventilator van de buitenunit te
draaien om het systeem te beveiligen.
8.2
Problemen op basis van foutcodes
oplossen
Storingsdiagnose met de draadloze afstandsbediening
Als er een probleem met de unit is, kunt u de storing identificeren
aan de hand van de foutcode op de draadloze afstandsbediening.
Het is belangrijk dat u het probleem begrijpt en maatregelen neemt
alvorens de foutcode te resetten. Dit moet worden gedaan door een
erkend installateur of door uw plaatselijke dealer.
FTXP20~35N5V1B9 + ATXP20~35N5V1B9
R32 Split-reeks
3P717028-5D – 2023.08