1. Veiligheidsinstructies
Lasprocessen kunnen gevaarlijk zijn als er niet volgens de
veiligheidsvoorschriften en instructies gewerkt wordt.
Hieronder volgen de hoofdzakelijke veiligheidsmaatregelen.
Algemeen
Deze handleiding bevat alle nodige instructies voor:
•
de installatie van de apparatuur
•
de bedieningsprocedure
•
en het onderhoud van de apparatuur
Omgeving
•
Er dient gelast te worden in een afgeschermde ruimte die niet
open is naar een andere ruimte, dit teneinde andere werknemers
te beschermen tegen de straling en gassen die bij het lassen
vrijkomen. Als zo'n ruimte niet beschikbaar is moet de
werkplek/lasplaats afgeschermd worden door een lasscherm.
•
Er behoort een geschikte afzuiging aanwezig te zijn. Dit kan door
middel van een mobiele afzuiger of door middel van een
ingebouwd systeem in de werkbank. Tevens dient er een goede
luchtcirculatie te zijn. Symptomen als zere ogen, neus of keel
kunnen worden veroorzaakt door een niet adequate afzuiging
en/of ventilatie. Het werk dient direct te worden gestopt en alle
nodige stappen moeten worden ondernomen om een adequate
afzuiging en/of ventilatie te verkrijgen.
Schokpreventie
Lees voor het aansluiten van de netspanning eerst de volgende instructies:
•
Zorg ervoor dat de machine juist is afgezekerd. Zekering waarden
staan vermeldt in de technische gegevens.
•
De elektrode lasmachine mag alleen aan een voorschriftmatig
geaard wandcontactdoos aangesloten worden.
•
Aan het aanvoersnoer is standaard een 230V stekker gemonteerd.
De minimale draaddiameter van de netkabel staat per type
vermeldt in de technische gegevens.
3