3.2.4 Aansluiting convectieset en convectiekanalen
Convectieset (1x of 2x) (optie!)
• Indien gewenst kan bij inbouw van het toestel een convectieset worden toegepast.
• Toepassing convectieset:
De convectieset (optie) zorgt voor meer convectie door het toestel waardoor het
rendement zal toenemen en hoge temperaturen in de schouw worden voorkomen.
De set bestaat uit:
• Montage convectieset:
° Bevestig de kraagringen (2x of 4x) op het toestel.
° Sluit nu de flexibele slangen aan op de kraagringen (Ø125 mm) aan de bovenzijde
van de haard en op het metalen inbouwbakje van de toe te passen luchtroosters
(slangen-klemmen niet vergeten).
° Let op dat de aansluiting van de fl exibele slangen gasdicht zijn.
° Isoleer desgewenst de flexibele slangen met warmte-isolerend materiaal, dat een
temperatuurbestendigheid heeft van meer dan 700°C.
° De uitblaasroosters plaatst u pas na enkele dagen als het metselwerk gevoegd
en uitgehard is. Indien‚ een of meerdere kanalen worden aangesloten, die naar
andere vertrekken leiden, dienen in deze ruimten afsluitbare roosters geplaatst
te worden. Deze zijn verkrijgbaar bij uw leverancier, evenals de hiervoor
benodigde fl exible slangen en slangklemmen.
° In een bereik van 30 cm naast en 50 cm boven de uitstroomopening (uitblaas-
roosters) mogen zich geen brandbare materialen bevinden (bijvoorbeeld geen
houten plafond en geen inbouwmeubels).
•
Bekleed het toestel aan boven, zij- en achterkant tot tegen de voorrand met ca.
10 cm dik warmte-isolerend materiaal (T ≥ 700°C) (Klasse A1 volgens DIN 4102
(= EN 13501)). Houd enkele centimeters speling tussen de voorwand van de
schouw en de haard.
•
Stel het toestel waterpas door de stelvoetjes op de juiste hoogte in te stellen.
Gebruik hiervoor steeksleutel nr. 17.
•
Maak een goede aansluiting van de rookgasafvoer van het toestel op het rook-
kanaal. Zie 3.2.2.
Let op dat het gehele rookkanaal gasdicht is.
26
• 3 m alufl ex
• 2 uitblaasroosters (wit)
• 2 kraagringen Ø125 mm
• 4 klembanden
EVO 100-50
Installatievoorschrift