optische lichtstraal te creëren die de draaiing van de haspelarm waarneemt tijdens in de war
raken van de touwen en de ontwarringsfunctie van de pinspotter inschakelt. Zie figuur 2-9.
2.2.10. String Comb (touwkam)
Kunststof plaat die de pintouwen in de rem/encoderunits voert. Voorkomt dat de touwen in
het pinspotterframe in de war raken. Zie figuur 2-10.
2.2.11. String Tray (touwplateau)
Gegoten kunststof plateau dat slaphangende touwen in het pinspotterframe ondersteunt.
Voorkomt dat de touwen in het pinspotterframe in de war raken. Zie figuur 2-11.
Figuur 2-10, String Comb
2.2.12. Gearmotor (aandrijfmotor)
Unit bestaande uit borstelloze gelijkstroommotor, planetaire tandwielaandrijving,
askoppeling en montagebeugel. Een aandrijfmotor met een aandrijfverhouding van 50:1
voorziet de trekbalkunit van de pinspotter van stroom. Een aandrijfmotor met een
aandrijfverhouding van 25:1 voorziet de kettinglift van stroom. Zie figuur 2-12.
Figuur 2-12, Gearmotor
(aandrijfmotor)
2.2.13. Control Box (besturingskast)
Elektronische besturingsprintplaat die gebruikt wordt om de aandrijfmotoren van de
pinspotter en de kettinglift aan te drijven. Verzendt gegevenssignalen tussen de pinspotters,
de kettinglift en de systeembesturing. Elke aandrijfmotor heeft zijn eigen speciale
besturingskast nodig. Zie figuur 2-13.
2.2.14. Upper Table (bovenste tafel)
Pinspotterunit bestaande uit multiplex paneel en tien tafelpoelies. Zie figuur 2-14.
400-051-202-01 Rev. B
(touwkam)
Gebruikershandleiding
Figuur 2-11, String Tray
(touwplateau)
Figuur 2-13, Control Box
(besturingskast)
Pag. 2-6