KA01540T
A
PZ 2
PZ 1
8
9
A
Aansluitkop conform DIN EN 50446 vorm B, directe installatie op het meetelement met
kabelwartel (middelste gat 7 mm (0,28 in))
B
Met DIN-railclip op DIN-rail conform IEC 60715 (TH35)
Procedure voor montage in een aansluitkop, pos. A:
1.
Open het deksel van de aansluitkop (8).
2.
Plaats de aansluitaders (4) van het meetelement (3) door het middengat
in de koptransmitter (5).
3.
Plaats de montageveren (6) op de bevestigingsschroeven (7).
Elektrische aansluiting
VOORZICHTIG
L
‣
Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd
of aangesloten. Indien dit niet wordt aangehouden kunnen onderdelen van
de elektronica onherstelbaar worden beschadigd.
‣
Sluit niets op de CDI-aansluiting aan. Een verkeerde aansluiting kan de
elektronica onherstelbaar beschadigen.
LET OP
‣
ESD - elektrostatische ontlading. Bescherm klemmen tegen
elektrostatische ontlading. Indien dit niet wordt aangehouden kunnen
onderdelen van de elektronica onherstelbaar worden beschadigd of niet
meer correct functioneren.
Aansluitspecificaties
Voor de bedrading van de koptransmitter met schroefklemmen is een
kruiskopschroevendraaier nodig. De uitvoering met insteekklemmen kan zonder
hulp van gereedschap worden bedraad.
Maximale aandraaimoment van de schroefklemmen = 0,35 Nm (¹⁄₄ lbf ft),
schroevendraaier: Pozidriv Z1
Ga als volgt verder voor het bedraden van een gemonteerde koptransmitter:
1.
Open de kabelwartel en het behuizingsdeksel op de aansluitkop of de
veldbehuizing.
2.
Installeer de kabels door de opening in de kabelwartel.
3.
Sluit de kabels aan zoals getoond wordt in de afbeelding.
Onderhoud en reiniging
Er zijn geen speciale onderhoudswerkzaamheden nodig voor het instrument.
2
B
7
6
5
1
2
3 4
5
4
PZ 1
PZ 2
3
2
1
4.
Plaats de montageschroeven (7) door de boringen aan de zijkant van de
koptransmitter en het meetelement (3). Zet vervolgens beide
montageschroeven vast met de borgringen (2).
5.
Schroef vervolgens de koptransmitter (5) met het meetelement (3) vast
in de aansluitkop.
6.
Sluit de deksel van de koptransmitter (8) weer na de bedrading .
Waarborg bij het installeren van het instrument in een aansluitkop, dat er
voldoende ruimte in de aansluitkop aanwezig is!
Procedure voor montage op een DIN-rail, pos. B:
1.
Druk de DIN-railclip (4) op de DIN-rail (5) tot deze vastklikt.
2.
Plaats de montageschroeven (1) door de boringen aan de zijkant van de
koptransmitter (2) en borgen met de borgringen (3).
3.
Schroef de koptransmitter (2) op de DIN-railclip (4).
Belangrijke omgevingscondities
Omgevingstemp
–40 ... +85 °C
eratuurbereik
(–40 ... 185 °F)
Beschermingskla
IP 20. Na installatie is de
sse
beschermingsklasse
afhankelijk van de
aansluitkop.
Vervuilingsgraad 2
Hoogte
≤ 4 000 m (4 374,5 ft)
4.
Trek de kabelwartel weer vast en sluit het behuizingsdeksel.
Aansluiten van het instrument
Voedingsspanning
Waarden voor explosieveilige omgeving, beveiligd tegen
ompolen:
U = 10 ... 36 V
Stroomverbruik
I ≤ 22,5 mA
1
RD
RD
WH
WH
2
Klembezetting van koptransmitter
1
RTD-sensoringang: 4-, 3- en 2-draads
2
Voedingsspanning
3
CDI-interface
Een schone, droge doek kan worden gebruikt om het instrument schoon te
maken.
Opslagtemperat
–50 ... +100 °C
uur
(–58 ... +212 °F)
Overspanningsc
II
ategorie
Luchtvochtighei
Max. rel. vochtigheid:
d
95%
Isolatieklasse
Klasse III
DC
2
6
+
5
1+
2-
4
-
3
3
Endress+Hauser