Inhoudsopgave
Advertenties
7-10
Instellingen versturen en opslaan
1. Configuratiegegevensstroom
2. Instellingsmenu "Informatie ophalen" (download)
Wanneer u "Centrale (C)" selecteert in het menu "Hulpmiddel
(T)" en vervolgens "Informatie ophalen (D)" selecteert, worden
de configuratiegegevens die zijn opgeslagen in de centrale
gedownload naar de pc. Het downloaden wordt pas gestart na
het invoeren van een wachtwoord. Alle configuratiegegevens
die worden bewerkt met de pc worden dan overschreven door
de gegevens die worden gedownload vanaf de centrale.
3. Instellingsmenu "Informatie versturen" (upload)
Wanneer u "Centrale (C)" selecteert in het menu "Hulpmiddel
(T)" en "Informatie versturen (U)" selecteert, worden de
bewerkte configuratiegegevens geüpload naar de centrale. Het
uploaden wordt pas gestart na het invoeren van een wachtwoord.
Alle configuratiegegevens die worden gebruikt in de centrale
worden dan overschreven door de gegevens die worden
geüpload vanaf de pc.
4. Opslaan
Wanneer u "Opslaan (S)" selecteert onder "Bestand (F)",
worden de bewerkte configuratiegegevens opgeslagen in het
momenteel gebruikte configuratiebestand. Als de bestandsnaam
niet wordt weergegeven in de venstertitel, wordt het standaard
configuratiebestand gebruikt. Als een bestand is geopend via
het menu Open, wordt de bestandsnaam gebruikt die in de
venstertitel wordt weergegeven.
5. Opslaan als
Wanneer u "Opslaan als (A)" selecteert onder "Bestand (F)",
worden de bewerkte configuratiegegevens opgeslagen in een
ander bestand dan het momenteel gebruikte configuratiebestand.
Na de weergave van dit menu-item verschijnt een
dialoogvenster waarin u het bestand kunt kiezen. Wanneer u
een bestand selecteert in de bestandslijst, worden de
configuratiegegevens weggeschreven naar het geselecteerde
bestand. Als u een nieuwe bestandsnaam invoert, wordt het
nieuwe configuratiebestand gecreëerd. Wanneer u een naam van
een configuratiebestand hebt ingevoerd of geselecteerd, drukt u
op de knop "Opslaan (S)". Het configuratiebestand wordt
opgeslagen.
6. Opslaan als standaard
Wanneer u "Opslaan als standaard (D)" selecteert onder
"Bestand (F)", worden de bewerkte configuratiegegevens
opgeslagen in het standaard configuratiebestand.
1. Wij raden aan de aangemaakte configuratiegegevens op te
slaan op de pc en op een verwijderbaar medium (cd, flash-
drive, enz.)
2. Het standaardwachtwoord is "9999". U kunt het
wachtwoord wijzigen via het menu veranderings
wachtwoord (Wachtwoord wijzigen).
• Selecteer "veranderings wachtwoord" onder "Hulpmiddel (T)".
• Er verschijnt een dialoogvenster waarin u het wachtwoord kunt
wijzigen.
• Voer het nieuwe wachtwoord in en klik op OK.
OPMERKINGEN: 1. Het wachtwoord mag slechts vier tekens
lang zijn.
2. Start het configuratieprogramma door de
map "AX System" te openen op het
bureaublad en vervolgens "AXsetupNL.exe"
te starten.
7-11
Configuratie afdrukken
U kunt de configuratiegegevens afdrukken door "Afdrukken (P)"
te selecteren onder "Bestand (F)". Wanneer u dit menu-item
selecteert, verschijnt het afdrukdialoogvenster van Windows.
- 33 -
Advertenties
Inhoudsopgave
