via Wi-Fi. U kunt de volgende opties instellen
voor het beheren van uw Wi-Fi-hotspots:
Wi-Fi Hotspot naam: De gegenereerde Wi-
Fi-netwerksignaalnaam.
Beveiliging: Er zijn 2 opties: Geen
wachtwoord,
versleuteling
Hotspot-wachtwoord
wachtwoord in voor uw Wi-Fi-hotspots.
Schakel hotspot automatisch uit: De
hotspot wordt automatisch uitgeschakeld na
5 minuten als er geen apparaten zijn
aangesloten.
AP-golfband: Selecteer 2,4 GHz of 5 GHz.
WPA2-Persoonlijke
:
Stel
het
Wi-Fi 6 standaard hotspot: Inschakelen
voor het gebruik van Wi-Fi 6 standaard
hotspot.
USB-tethering
Volg de onderstaande stappen om de mobiele
gegevens of het Wi-Fi-netwerk van uw
apparaat met uw computer te delen:
1. Sluit uw telefoon aan op uw computer met
een USB-kabel
2. Selecteer de USB-verbindingsmethode als
USB tethering in het controlecentrum.
37