Intellibox Basic - Hfst 1.3
Rijregelaar:
= AC rijregelaar
• Met de [↓]- toets naar de gewenste invoer bladeren
• Met de [ ]- toets verder naar de volgende instelling
Menu „Rijstap weergeven"
Hier wordt ingesteld of de snelheid van de locomotieven in procenten
of rijstappen moet worden weergegeven. Uitgebreide informatie in
hfst. 4.5.1.
Rijstappen tonen:
= direct *
• Met de [↓]- toets naar de gewenste invoer bladeren
• Met de [8 ]- toets verder naar de volgende instelling
Configuratie beëindigen
Door het indrukken van de [ ]- toets neemt de Intellibox Basic de
instellingen over en voert een systeemreset uit.
*** reset ***
Daarna zijn alle uitgevoerde basisinstellingen geactiveerd.
Andere instellingen van de Intellibox Basic kunnen worden uitgevoerd
via het basisinstellingenmenu (hfst. 4).
1.3 1.3 Korte handleiding
Belangrijk! Gebruik deze korte handleiding alleen wanneer u de Intellibox Basic
in het begin wilt uit proberen. Lees absoluut het hele handboek door
om u over alle opties te informeren en alle functies van het apparaat
volledig te kunnen benutten.
Draden aansluiten
De 16V wisselspanning van een trafo (min 52VA) en het spoor wor-
den, zoals in de hoofdstukken 2.2 en 2.3 beschreven, aangesloten
op de 6 polige schroefklemstekker.
Let op! Een verkeerde poling kan het apparaat beschadigen omdat andere
aangesloten digitale onderdelen een kortsluiting tussen transforma-
torspanning en digitale uitgang kunnen veroorzaken.
Apparaat aansluiten
Wanneer u nu de stekker in bus 1 steekt en de spanning inschakelt,
licht na ca. 5 seconden de groene LED boven de [go]- toets rechts-
boven op de frontplaat van de Intellibox Basic op en laat daarmee
de bedrijfsgereedheid zien van het apparaat.
10
Voorinstellingen
Vanaf de fabriek heeft de Intellibox basic de volgende instellingen:
Snelheidsweergave
Rijregelaar
Basis-dataformat voor locs
Basis-dataformat voor wissels
Wanneer deze instellingen geschikt zijn voor uw modelspoorweg,
kunt u de eerste loc op de rails zetten. In andere gevallen moet u in
„Instellingen bij het inschakelen" of onder „Basisinstellingen" kijken
welke veranderingen nodig zijn
Een volledige beschrijving van de bediening en de instellingen vindt
u in de hoofdstukken 3 en 4.
Loc oproepen
• [lok#/f+]- toets van de rechter of linker rijregelaar indrukken
• Via de tien cijfer toetsen het gewenste locadres invoeren
• Invoer met de [ ]- toets bevestigen
Loc aansturen
Een draai naar rechts van de draairegelaar verhoogt de snelheid,
een draai naar links verlaagt de snelheid. Voor het veranderen van
de rijrichting de draairegelaar indrukken, wanneer de loc stilstaat.
Licht schakelen
• De toets [f0/f+8] schakelt het licht aan
• De toets [off/f+4] schakelt het licht uit
Speciale functies schakelen
• Een van de speciale functietoetsen [f1],[f2],f3],[f4] indrukken
• Wanneer u na elkaar de [lok#/f+]- en de [off/f+4]- toets indrukt,
kunt u bij enkele DCC decoders via de functietoetsen [f1] t/m [f4]
de functies f5 t/m f8 bereiken (zie hfst 5.2).
• Wanneer u na elkaar de [lok#/f+]- en de [f0/f+8]- toets indrukt kunt
u bij enkele DCC decoders via de functietoetsen [f1] t/m [f4] de
functies f9 t/m f12 bereiken (zie hfst. 5.2).
Aanwijzing: Let op, dat alle invoer via de rijregelaar moet gebeuren, waarmee u
de loc met zijn adres of naam hebt opgeroepen!
Digitaalformat van individuele locs veranderen
• Voertuig op de rails zetten
• [lok#/f+]- toets van de rechter of linker rijregelaar indrukken
• Via het toetsenblok het gewenste locadres invoeren
• Invoer met de [ ]- toets bevestigen
11
Intellibox Basic - Hfst
1.3-
Rijstappenweergave
AC-regelaar
DCC
DCC