Intellibox Basic - Hfst 5.4
5.3.3 Instellen van het dataformat
• [lok#/f+]- toets drukken
• locadres ingeven
• [ ]- toets drukken
• [lok#/f+]- toets drukken
• [menu]- toets drukken
• In het display verschijnt onder de tekst „Loc instellingen"
het actueel ingestelde locdataformat, dat aan het regeleinde
is gemarkeerd met een '*'.
• Met de toetsen [] en [+] naar de gewenste invoer bladeren.
LET OP De volgende drie punten alleen uitvoeren indien gekozen is voor
„spec. instellingen".
Locinstelling
spec. inst. 1=0
• Bij de eerste invoerpositie het nummer van de instelling
invoeren (hier b.v. 1).
• Met de []- toets wisselt de cursor naar de rechter invoer
positie.
• De waarde voor de overeenkomstige instelling invoeren
(hier b.v. o).
• Met de toetsen [] en [+] naar de gewenste invoer bladeren.
• Met de[ ]- toets wordt het aangegeven format met een '*'
aan het einde van de regel gekenmerkt
• Met de [menu]- toets terug naar het rijbedrijf
5.4 Werking van functiedecoders
Functiedecoders dienen voor de sturing van functiemodellen of
ze worden naast de locdecoder in voertuigen ingebouwd als meer
functies geschakeld moeten worden dan in de locdecoder ter be-
schikking staan.
Met de in hoofdstuk 5.3 beschreven methode kan ook het dataformat
van een functiedecoder worden gewijzigd.
Functiedecoders worden via de functietoetsen van de betreffende
rijregelaar bediend (zie hfst. 5.2).
38
6. De keyboard mode
In een digitaal systeem kunnen ook wissels en seinen door overeen-
komstige decoders worden aangestuurd. Deze worden, net als de
locomotieven, van individuele adressen voorzien en kunnen zo door
het systeem worden herkend.
6.1 Beschrijving
De Intellibox Basic kan wissel- en schakeldecoders met behulp van
de verschillende formats aansturen. Het Motorola dataformat en het
DCC dataformat kunnen naast en door elkaar worden gebruikt.
Wisseldecoders van de firma's Märklin, Viessmann en Modeltreno
voor het Motorola format sturen steeds vier wissels.
Belangrijk Het adres, dat door de DIP schakelaar van deze decoders wordt
ingesteld, is niet identiek met de wisseladressen die op de de-
coder zijn aangesloten. Alle instellingmenu's van de Intellibox
gebruiken deze wisseladressen en niet het wisseldecoderadres.
Een tabel, die de samenhang tussen de stand van de DIP schakelaar
en de wisseladressen, alsmede de samenhang met het Märklin
keyboard aangeeft vindt u in de bijlage.
Net als bij de locdecoders kan men ook bij de wissel- en schakel-
decoders door middels van een basisinstelling aangeven met welke
van de twee dataformats de decoders zonder speciale verandering
kunnen worden aangestuurd (instelling zie hfst. 4.8).
6.2 Keyboard mode instellen
De keyboard mode kan door het meermaals indrukken van de [mode]-
toets, of door het na elkaar indrukken van de [mode]- en de [1]- toets
worden opgeroepen.
De weergave in het midden van het display verandert de afbeelding
afhankelijk van het ingestelde menu.
6.3 Keyboard bedienen
In de bedrijfsmode „Keyboard" kunnen via de middelste toetsen van
de Intellibox de verschillende schakelfuncties van een keyboard
worden uitgevoerd. Zonder verdere invoer zijn 8 wissels, seinen of
schakelfuncties aan te sturen.
De schakelfuncties worden door de rode
Figuur 6.31
Het middelste toetsenveld
met de nummering van
de toetsparen.
Intellibox Basic - Hfst
6-
(1
en 3
toetsenrij) of door de groene toetsen
e
e
(2
en 4
toetsenrij) uitgevoerd. In het display
e
e
verschijnt kort een „G" wanneer de groene
toets ingedrukt wordt, of een „R" wanneer de
rode toets ingedrukt wordt. Bovendien wordt
het adres van de wissel weergegeven, die via
dit toetsenpaar wordt bediend.
39