benodigde referenties op, zodat u met succes wordt verbonden met het netwerk.
Nadat u met succes verbinding met het netwerk hebt gemaakt, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin u wordt gevraagd dit
netwerk op te slaan, zoals u hieronder ziet. Dit netwerkprofiel wordt dan op de computer opgeslagen. De volgende keer dat u
Verbinding met een netwerk maken opent, wordt het netwerk in de lijst met beschikbare netwerken weergegeven als het zich binnen
het bereik van de computer bevindt.
Als het netwerk waarvoor u een profiel wilt maken, zich niet in de lijst bevindt en u denkt dat het zich wel binnen bereik van uw
computer bevindt, controleert u als volgt of de draadloze netwerkadapter in uw computer is ingeschakeld:
a. Klik op Start® Configuratiescherm® Netwerk en internet® Netwerkcentrum.
b. Klik in Netwerkcentrum op Netwerkverbindingen beheren.
Als de adapter is ingeschakeld en het netwerk waarvoor u een profiel wilt maken, zich toch niet in de lijst bevindt: