3
Gebruik
3.1
Montage-informatie
3.1.1
Montageaanwijzingen
Systeemcomponenten controleren
3.1.2
Aansluiting aan de gebouwautomatisering
Bedrading / Overzicht van de aansluiting
Stelaandrijvingset
Het model pas vlak voordat het wordt gebruikt uit de ver‐
pakking halen.
Door transport en opslag kunnen systeemcomponenten evt. worden
beschadigd.
Alle onderdelen controleren.
n
Beschadigde componenten vervangen.
n
Beschadigde componenten niet repareren.
n
Vervuilde componenten mogen niet worden geïnstalleerd.
n
Neem bij de montage het volgende in acht:
Geschikt gereedschap gebruiken
n
AANWIJZING!
Monteer de stelaandrijving zodanig dat deze horizontaal
of naar boven is gericht.
Wanneer u de stelaandrijving naar onderen richt, kan de
levensduur worden verkort door verontreiniging.
De regelelektronica / gebouwautomatisering moet door de klant worden
voorzien.
Gebruik
11