- Verwijder de beschermfolie van de externe panelen.
Verwijder eventuele lijmresten met een geschikt
oplosmiddel.
5.
PLAATSING
Het installatieschema voorin deze handleiding bevat
de buitenafmeting van de apparatuur en de positie
van de aansluitingen.
De apparatuur kan apart of samen met andere
apparatuur
uit
hetzelfde
geïnstalleerd.
De apparatuur kan niet worden ingebouwd.
Plaats de apparatuur altijd minstens 10 cm bij
omringende wanden vandaan.
De
wanden,
scheidingswanden,
sierelementen enz. waar het apparaat in de buurt
wordt
geplaatst,
moeten
materialen zijn gemaakt.
Als het tegendeel waar is moeten ze worden bekleed
met passend onbrandbaar, thermisch isolerend
materiaal.
Plaats de apparatuur waterpas met behulp van de
stelpootjes.
MONTAGE
VAN
DE
ONDERSTEL EN OP EEN BRUG
Volg de aanwijzingen die met her gebruikte type
steun worden geleverd.
ROOKAFVOERSYSTEEM
Leg de rookafvoer aan volgens het " type"
apparatuur. Op het typeplaatje is het type
apparatuur aangegeven.
APPARATUUR TYPE "A1"
Plaats de apparatuur type " A1 " onder een afzuigkap
om het afzuigen van de rook en de dampen te
waarborgen.
APPARATUUR TYPE "B21"
Plaats de apparatuur type "B21" onder een
afzuigkap.
APPARATUUR TYPE "B11"
assortiment
worden
keukenkasten,
van
onbrandbare
APPARATUUR
OP
HET
Monteer de geschikte schoorsteen op de apparatuur
type " B11 ". Vraag dit aan bij de fabrikant van de
apparatuur. Volg de montageaanwijzingen die samen
met de schoorsteen worden geleverd.
Sluit een buis, bestendig tegen een temperatuur van
300°C, met een diameter van 150/155 mm aan op de
schoorsteen.
Voer hem naar buiten of naar een schoorsteen
waarvan de efficiëntie is vastgesteld. De buis mag
niet langer zijn dan 3 meter.
6.
AANSLUITINGEN
Het installatieschema achterin deze handleiding
bevat de positie en de afmeting van de aansluitingen.
AANSLUITING OP GASLEIDING
- Verifieer of de apparatuur kan functioneren met het
gastype waarvan het wordt voorzien. Controleer de
gegevens van de etiketten op de verpakking en de
apparatuur.
- Pas de apparatuur aan het gebruikte gastype aan.
Volg de aanwijzingen van de volgende paragraaf
"Aanpassing op een ander gastype".
- Op apparatuur top is tevens een aansluiting achter
verkrijgbaar. Draai de dop los en draai hem op de
aansluiting voor vast.
- Installeer op een goed bereikbare plaats voor de
apparatuur een kraan met een snelsluiter.
- Gebruik geen leidingen met een diameter die kleiner
is dan de diameter van de gasaansluiting van de
apparatuur.
- Verifieer na de aansluiting of de aansluitpunten niet
lekken.
AANSLUITING OP ELEKTRICITEITSNET
Verifieer of de apparatuur kan functioneren met de
spanning en de frequentie van de voeding.
Controleer de gegevens van het typeplaatje van de
apparatuur en het plaatje dat in de buurt van het
klemmenbord is aangebracht.
Installeer op een goed bereikbare plaats voor de
apparatuur een omnipolaire afscheider met een
opening tussen de contacten die een volledige
afkoppeling volgens de voorwaarden van de
overspanningscategorie III mogelijk maakt.
Gebruik een flexibele voedingskabel met rubberen
isolatie en eigenschappen die op zijn minst gelijk zijn
aan het type H05 RN-F.
Sluit de voedingskabel aan op het klemmenbord
volgens de aanwijzingen van het schakelschema dat
samen met de apparatuur is geleverd.
64