ID: 4801982_1707_01
Olie-/gas stookwaarde installatie met meerdere ketels, warmwaterboiler, Vitotrans 222/353, twee verwar-
mingscircuits met mengklep
M
M
M
.
ID: 4801982_1707_01
Hoofdcomponenten
■ Verwarmingsketel zonder geïntegreerde aanrijschakeling (Therm-
Control)
Groep 1: Vitorond 200, Vitoplex 200, Vitomax
■ Verwarmingsketel met geïntegreerde aanrijschakeling (Therm-
Control)
Groep 2: Vitorond 200, Vitoplex 200/300
■ Vitotronic 300, type CM1E
■ Vitotronic 200, type CC1E
■ Warmwaterboiler
■ Verswatermodule
■ Boilerlaadsysteem
■ Twee geregelde verwarmingscircuits
Functiebeschrijving
Installatie met meerdere ketels
De warmtegenerator wordt via de weersafhankelijke ketelcircuitrege-
ling met glijdende, verlaagde ketelwatertemperatuur gebruikt. Via de
geregistreerde keteltemperatuur wordt de brander geschakeld. Deze
regelt op een instelbaar verschil boven de hoogste verwarmingsaan-
vraag. Overeenkomstig de inschakelcriteria van de cascaderegeling
worden de afzonderlijke warmtegenerators via de smoorkleppen of
de 3-wegmengkleppen voor de retourtemperatuurverhoging hydrau-
lisch geïntegreerd.
Variant 1: ketelbescherming door verlagen van het debiet
■ Verwarmingsketel groep 2 (geïntegreerde opstartschakeling
therm-control).
■ Sensor 17A bevindt zich in een dompelhuls rechtstreeks in het
ketellichaam.
■ Van een bijmengpomp kan worden afgezien.
■ Voor verwarmingsinstallaties met verdeler geïnstalleerd in de buurt
van de CV-ketel
■ Voorwaarde: ketelwaterdebiet moet in de opstartfase (bijv. na
weekenduitschakeling) met minstens 50 % kunnen worden ver-
laagd.
Functie debietstroomverlaging:
De sensor 17A legt de retourtemperatuur vast. Bij onderschrijden
van de door de codeerstekker vermelde temperaturen wordt de
brander op volledige belasting gereden. Het debiet wordt via de
mengklep van de achtergeschakelde verwarmingscircuits of bij
installatie met meerdere ketels naar keuze ook via de smoorklep
verlaagd.
M
Variant 2: ketelbescherming door bijmengpomp en verlagen van
het debiet
■ Verwarmingsketel groep 1 (zonder geïntegreerde opstartschake-
ling therm-control)
■ Sensor 17A bevindt zich in een dompelhuls buiten het ketelli-
chaam.
■ Een bijmengpomp moet worden gebruikt. Deze moet op ca. 30 %
van het totale debiet gedimensioneerd zijn.
■ Voor verwarmingsinstallaties met verdeler geïnstalleerd in de buurt
van de CV-ketel
■ Voorwaarde: ketelwaterdebiet moet in de opstartfase (bijv. na
weekenduitschakeling) met minstens 50 % kunnen worden ver-
laagd.
Functie bijmengpomp:
Via de sensor 17B wordt de bijmengpomp zolang ingeschakeld tot
de door de codeerstekker vermelde temperaturen bereikt zijn of tot
de brander uitschakelt (naargelang codeerstekker).
Functie debietstroomverlaging:
De sensor 17A legt de retourtemperatuur vast. Bij onderschrijden
van de door de codeerstekker vermelde temperaturen wordt de
brander op volledige belasting gereden. Het debiet wordt via de
mengklep van de achtergeschakelde verwarmingscircuits of bij
installatie met meerdere ketels naar keuze ook via de smoorklep
verlaagd.
Variant 3: ketelbescherming door voortdurende retourverho-
ging met 3-wegmengklep en ketelcircuitpomp
■ Verwarmingsketel groep 1 en 2
■ Voor verwarmingsinstallaties waarbij op de nageschakelde verwar-
mingscircuits geen invloed kan worden uitgeoefend.
■ Toepassing bij open verdeler of bij inspuitschakeling
■ De ketelcircuitpomp moet zo worden gedimensioneerd dat ze het
maximaal optredende volledige verwarmingscircuit debiet afdekt.
Advies: 110%
Functie voortdurende retourverhoging:
De ketelcircuitpomp transporteert een debiet door de verwarmings-
ketel. De sensor 17A legt de retourtemperatuur vast. Bij het onder-
schrijden van de door de codeerstekker vermelde temperaturen
wordt het aan de verwarmingscircuits afgegeven debiet via de 3-
wegmengklep verlaagd en zo de retourtemperatuur verhoogd.
Tapwateropwarming via monovalente warmwaterboiler
De warmtegenerator wordt in bedrijfs genomen als de gewenste
waarde voor de tapwatertemperatuur op de buffertemperatuursensor
onderschreden is.
De circulatiepomp voor de boilernaverwarming wordt ingeschakeld.
Voor de boilervoorrangschakeling worden de mengkleppen van de
verwarmingscircuits en de cv-pompen uitgeschakeld. Het type en de
omvang van de voorrangschakeling kan ingesteld worden.
De warmwaterboiler wordt tot de gewenste boilertemperatuur opge-
warmd. Als aan de boilertemperatuursensor de opgegeven tempera-
tuur bereikt is, wordt de opwarming beëindigd.
Tapwateropwarming via verswatermodule
De verswatermodule wordt door de verwarmingswaterbuffer van
energie voorzien. De tapwaterverwarming vindt plaats bij afname
van warm tapwater door de verswatermodule. Hierbij wordt warmte-
energie uit de verwarmingswaterbuffer via de in de verswatermodule
ingebouwde warmtewisselaar aan het tapwater doorgegeven. Bij
gebruik van een verswatermodule voor montage op de warmwater-
boiler is de circulatiepomp met retourverdeelset geïntegreerd. Bij
gebruik van de module voor de wandmontage kan zowel een circula-
tiepomp, alsook de retourverdeelset worden uitgerust. De retourver-
deelset wordt daarbij als 3-wegomschakelklep voor de optimale
laagvorming van het retourwater in de verwarmingswaterbuffer
gemonteerd.
1