Bij gebruik van twee subwoofers
Sluit de luidsprekeraansluitingen van de versterker aan op de INPUT1-aansluitingen van de subwoofer en sluit de OUTPUT-
aansluitingen van de subwoofer aan op de hoofdluidsprekers.
Rechter
hoofdluidspreker
Rechter subwoofer
VOLUME
0
10
AUTO
HIGH
STANDBY
LOW
HIGH
LOW
OFF
INPUT2
/MONO
INPUT1
FROM AMPLIFIER
OUTPUT
TO SPEAKERS
POWER
ON
OFF
Naar stopcontact
Aansluiting op de INPUT1/OUTPUT-aansluitingen van de subwoofer
Houd bij het maken van aansluitingen de luidsprekerkabels
zo kort mogelijk. Als de kabels te lang zijn, deze niet bij
elkaar bundelen of oprollen. Als de aansluitingen verkeerd
zijn, zal er geen geluid komen uit de subwoofer of uit de
luidsprekers of uit beide. Sluit de luidsprekerkabels correct
aan, rekening houdend met de polariteitsaanduidingen + en
–. Als de kabels verkeerd worden aangesloten, zal het
geluid onnatuurlijk klinken en zal de basklank zwak zijn.
Hoe aansluiten:
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
HIGH CUT
INPUT1
FROM AMPLIFIER
OUTPUT
TO SPEAKERS
Linker subwoofer
INPUT1
FROM AMPLIFIER
OUTPUT
TO SPEAKERS
Luidsprekeruitgangen
Let op
Voorkom dat de uiteinden van het snoer met elkaar in
contact komen omdat hierdoor de subwoofer of de
versterker of beide beschadigd kunnen worden.
1
Houd het vergrendellipje van de aansluiting ingedrukt
zoals aangegeven in de afbeelding.
2
Steek het blootgelegde draaduiteinde op de juiste wijze
in de opening van de aansluiting. [Verwijder ca. 10 mm
van de isolatie van het luidsprekersnoer.]
3
Haal uw vinger van het vergrendellipje zodat het
draaduiteinde stevig wordt vastgezet.
4
Controleer of de aansluiting stevig vastzit door dicht bij
de aansluiting lichtjes aan het snoer te trekken.
Linker
hoofdluidspreker
VOLUME
0
10
AUTO
HIGH
HIGH CUT
STANDBY
LOW
HIGH
LOW
OFF
INPUT2
/MONO
INPUT1
FROM AMPLIFIER
OUTPUT
TO SPEAKERS
POWER
ON
OFF
Naar stopcontact
Versterker
7
N-